30 maart 2006

Steve Reich en Akram Khan


Ze waren er beiden, gisteren, in het Concertgebouw: Steve Reich en Akram Khan. Het London Sinfonietta speelde onder andere Different trains. Een stuk met het ritme en de geluiden van een rijdende trein, en daarbij woorden die bij het treinreizen horen: from Chicago .. to New York. Waar ik me gisteren voor het eerst goed bewust van was, is hoezeer taal en muziek hier samengaan. De woorden zijn als het ware versvoeten. Het Angeles in Los Angeles is een dactylus (lang kort kort). De strijkers volgen het ritme van de taal. In de Middeleeuwen konden ze nog geen ritme opschrijven en daarom spraken ze af welke ritmische modi ze zouden gebruiken. Dat waren dat ritmes die wij kennen als versvoeten zoals de jambe (kort lang) en de trochee (lang kort). In een stuk kon er ook van modus worden gewisseld. Als je dat eenmaal weet, begrijp je waarom een stuk als Sederunt van Perotinus (repertoire van de Notre Dame te Parijs, 1200) zo ritmisch is.
Na de pauze was ruimte gemaakt voor drie dansers van de Akram Khan Dance Company. Khan komt uit Bangladesh en is getraind in de klassieke Indiase dans, wat je op de foto goed kunt zien. Zo danste hij gisteren niet, maar je kon wel zien dat er een enorme training en verfijning achter zijn bewegingen schuil ging. Met twee andere dansers volgden ze de muziek van Reich, zodanig zelfs dat je de sensatie kreeg dat ze alledrie stonden te dirigeren, terwijl er ook nog een dirigent op het podium stond. Je werd eigenlijk gedwongen je af te vragen waar de bewegingen van de dirigent nu in die van de dansers verschilden. De bedoeling was natuurlijk juist om één geheel te smeden van ensemble, dirigent en dansers.

28 maart 2006

Josquin: Missa La sol fa re mi


Tentamen muziek tot 1600. Repertoirekennis. Tien fragmenten waarvan je de componist, de periode (op een eeuw afgerond) en het genre moet noemen. Over muziek schrijven zonder iets te kunnen laten horen, en zonder dat de lezer de muziek heeft gehoord, is lastig. Ik kan de muziek niet tot klinken brengen, wel het leerproces beschrijven.

Vier keer een Agnus Dei op de lijst. Hou houd je die uit elkaar? Je hoort nog wel Agnus Dei zingen maar welke? De docent blijkt een voorkeur te hebben om op elkaar gelijkende fragmenten te laten horen.

Die van Josquin was de laatste in de rij op het tentamen. De mis is van rond 1500. Waar herken je die aan, als je gehoor voor alle details nog niet de hoogste graad van verfijning heeft bereikt? In dit geval het thema. De hertog van Ferrara was niet goed van betalen. Als Josquin zich beklaagde, zei de hertog: Laat dat maar aan mij over. Of: Lesse faire a mi. In muzieknoten vertaald: La sol fa re mi (of ook: A G F D E). Dat thema krijg de hertog in de mis talloze malen te horen.

En die andere drie? Eén was van Dufay. Die heeft de eigenaardigheid dat er in de tenor een strijdlied te horen is dat in die tijd (15e eeuw) veel als basis voor composities werd gebruikt: L'Homme armé. Je moet even wachten tot je het hoort want de tenor zet iets later in en hij zingt het langzaam, maar als je het deuntje eenmaal kent, hoor je het. De derde was nog vroeger: Guillaume Machaut (1350). Te herkennen aan de melisma's: veel noten op een lettergreep, dus Ahahahahahagnus Dehehehehehi. En ten slotte Palestrina (16e eeuw): veelstemmig maar rustig en gelijkmatig, geheel conform de regels van het Concilie van Trente waar was beslist dat kerkmuziek verstaanbaar moest zijn en gezuiverd moest worden van wereldse invloeden (waarmee ook l'homme armé werd afgevoerd).

26 maart 2006

Musicalifeiten

Dankzij de favorieten van Paul Witteman in De Volkskrant heb ik nu Musicaliteiten van Jan de Kruijff ontdekt (http://www.musicalifeiten.blogspot.com/). De Kruijff, ex hoofdredacteur van DISK heeft meer dan 1000 bestanden op het net gezet waaronder componistenportretten, CD-besprekingen. Het is een beetje zoeken. Om dat te vergemakkelijken zijn er sub weblogs gemaakt. De beste en meest uitvoerige muzikale weblog in Nederland tot nu toe wat mij betreft.

20 maart 2006

Job Koelewijn

Deze klokkenwinkel die als een slinger heen en weer pendelt is nu te zien bij Fons Welters (http://www.fonswelters.nl/). De foto komt overigens van Stroom waar de winkel eerder te zien was. De voorruimte van de galerie, waar hij hangt, is zo klein dat je moet wachten tot hij naar links slingert om er langs te kunnen. In de achterruimte is een boekenkast in de vorm van een 8 die ik graag zou hebben als ik er de ruimte voor had. Daartussen is in een ruimte waar een oneindig polderlandschap te zien is. Er is een heus grasveldje en een beekje aangelegd en door spiegels weet je niet waar het begint en waar het ophoudt. In de achtermuur is - na wat perikelen met de achterburen - een gat in de muur gemaakt waar een raam in zit. Als je goed kijkt zie je dat het vierkante raam in een ronding zit en die ronding draait heel langzaam. Wat een kunstenaar!!!

15 maart 2006

Antarctica in Central Park (Pierre Huyghe)




Op de Whitney Biennale was de film A Journey That Wasn't van Pierre Huyghe te zien. De film is deels opgenomen in Antarctica gedurende een reis die Huyghe daadwerkelijk heeft gemaakt in 2005 en in Central Park waar een musical gebaseerdop die reis werd vertoond. Huyghe ging op reis om de effecten van de global warming (is daar een Nederlands woord voor?) te zien en omdat hij had gehoord over de albino pinguin. Tijdens de reis moesten ze storm en ijs trotseren (het schip kwam vast te zitten), wat op de film duidelijk is te zien. Dat zijn fascinerende beelden. Uiteindelijk werd het eiland bereikt. Daar werd een installatie gebouwd bedoeld om de vorm van het eiland in geluid om te zetten. Bij het zien van de film wordt dat niet duidelijk, ik heb uit het persbericht. Dat geluid zou lijken op wat dieren voortbrengen en de hoop was dat de albino pinguin tevoorschijn zou komen. Ik heb in de film volop pinguins gezien, mogelijk ook een witte, maar dat viel me toen niet als iets bijzonders op. De voorstelling in het Central Park was bedoeld om de locatie in een soort Antarctica om te toveren, het geluid van het eiland te laten horen en dan zou de albino verschijnen (ik neem aan geen echte, maar dat weet ik niet).

Om te weten hoe het daar was is het leuker om een verslag van een bezoeker te lezen (in dit geval de verslaggeefster van Artforum) dan het persbericht. Door de enorme wand van spiegels zag ze aanvankelijk vooral zichzelf, weinig flatteus in een poncho, want het weer was regenachtig. Het zicht was verder op ondiepe vijver, met nep ijsbergen (is op de film wel te zien), een dikke mist en daarachter de verlichte wolkenkrabbers van New York. Dat levert op de film een prachtig beeld op, al had ik geen idee waar het was. Vervolgens begon het orkest een atonale compositie te spelen, en de mist werd dikker, zo dik dat er geen kans was op enig zicht op een albino pinguin, als die er al was. Ik geloof van wel, maar net zo echt als die ijsbergen.