28 maart 2006
Josquin: Missa La sol fa re mi
Tentamen muziek tot 1600. Repertoirekennis. Tien fragmenten waarvan je de componist, de periode (op een eeuw afgerond) en het genre moet noemen. Over muziek schrijven zonder iets te kunnen laten horen, en zonder dat de lezer de muziek heeft gehoord, is lastig. Ik kan de muziek niet tot klinken brengen, wel het leerproces beschrijven.
Vier keer een Agnus Dei op de lijst. Hou houd je die uit elkaar? Je hoort nog wel Agnus Dei zingen maar welke? De docent blijkt een voorkeur te hebben om op elkaar gelijkende fragmenten te laten horen.
Die van Josquin was de laatste in de rij op het tentamen. De mis is van rond 1500. Waar herken je die aan, als je gehoor voor alle details nog niet de hoogste graad van verfijning heeft bereikt? In dit geval het thema. De hertog van Ferrara was niet goed van betalen. Als Josquin zich beklaagde, zei de hertog: Laat dat maar aan mij over. Of: Lesse faire a mi. In muzieknoten vertaald: La sol fa re mi (of ook: A G F D E). Dat thema krijg de hertog in de mis talloze malen te horen.
En die andere drie? Eén was van Dufay. Die heeft de eigenaardigheid dat er in de tenor een strijdlied te horen is dat in die tijd (15e eeuw) veel als basis voor composities werd gebruikt: L'Homme armé. Je moet even wachten tot je het hoort want de tenor zet iets later in en hij zingt het langzaam, maar als je het deuntje eenmaal kent, hoor je het. De derde was nog vroeger: Guillaume Machaut (1350). Te herkennen aan de melisma's: veel noten op een lettergreep, dus Ahahahahahagnus Dehehehehehi. En ten slotte Palestrina (16e eeuw): veelstemmig maar rustig en gelijkmatig, geheel conform de regels van het Concilie van Trente waar was beslist dat kerkmuziek verstaanbaar moest zijn en gezuiverd moest worden van wereldse invloeden (waarmee ook l'homme armé werd afgevoerd).