De eerste opdracht voor muziekgeschiedenis was de analyse van een lied uit Das Lied von der Erde, te weten Von der Jugend. Mahler heeft de tekst van Bethge, hij heeft er wel wat aan veranderd. Die tekst van Bethge is een geschiedenis op zich. Het is een parafrase van een Duitse vertaling, van weer een Franse vertaling van Chinese gedichten. Maar omdat die Franse vertaling niet zo best was, heeft het lang geduurd voordat men achterhaalde om welke gedichten het ging. Zo gaat het in het gedicht over een paviljoen van porselein. Dat moet zijn het paviljoen van de familie Tao (Tao betekent porselein maar is ook een familienaam).
Het gedicht gaat zo (ik geef mijn eigen vertaling erachter):
Mitten in dem kleinen Teiche - midden in een kleine vijver
Steht ein Pavillon aus gruenem - staat een paviljoen van groen
Und aus weissem Porzellan. - en wit porselein
Wie der Ruecken eines Tigers - als de rug van een tijger
Woelbt die Bruecke sich aus Jade - welft de brug van jade
Zu dem Pavillon hinueber. - naar het paviljoen
In dem Haeuschen sitzen Freunde, - in het huisje zitten vrienden
Schoen gekleidet, trinken, plaudern, - mooi gekleed, drinken, kletsen
Manche schreiben Verse nieder. - schrijven mooie verzen
Ihre seid'nen Aermel gleiten - hun zijden mouwen glijden
Rueckwaerts, ihre seid'nen Muetzen - naar achteren, hun zijden mutsen
Hocken lustig tief im Nacken. - zitten vrolijk diep in de nek
Auf des kleinen Teiches stiller - op het stille watervlak van de vijver
Wasserflaeche zeigt sich alles - is alles wonderlijk
Wunderlich im Spiegelbilde. - in spiegelbeeld te zien
Alles auf dem Kopfe stehend - alles op de kop staand
In dem Pavillon aus gruenem - in het paviljoen van groen
Und aus weissem Porzellan; - en van wit porselein
Wie ein Halbmond steht die Bruecke, - als een halve maan staat de brug
Umgekehrt der Bogen. Freunde, - een ongekeerde boog. Vrienden
Schoen gekleidet, trinken, plaudern. - mooi gekleed, drinken, kletsen.
De vraag is nu, wat doet de componist hiermee. Mahler schrijft muziek die op en neer gaat en die steeds spiegelbeeldig, symmetrisch is. Hij zet in het tweede deel niet de melodie op zijn kop, maar hij doet het in de instrumenten. Als we boven water zijn speelt een piccolo met de zanger mee. In de waterspiegeling zingt de tenor hetzelfde, maar nu zit er een fagot in de begeleiding. Hoog en laag, dus.
De waterspiegeling is ook heel mooi gedaan, de muziek vertraagt tot je het gevoel hebt dat er absolute bladstilte is en het water één grote spiegel.