28 oktober 2005

Irène Némirovsky


Irène Némirovsky werd in 1929 in Frankrijk met haar eerste roman, David Golder, meteen een bekend schrijfster. Ze was Russisch, ze werd geboren in Kiev in 1903. In de periode van de Russische revolutie week ze uit naar Frankrijk. Ze trouwde en kreeg twee kinderen. Toen de Duitsers Frankrijk binnenvielen, kreeg ze problemen. Als Joodse kon ze niet meer publiceren. In 1942 werd ze weggevoerd. Haar dochters waren onder de hoede van een vriendin, die de kinderen uit handen van de Duitsers wist te houden. Beide ouders werden vermoord in Auschwitz. Oudste dochter Denise heeft een koffertje in veiligheid weten te brengen waarin het laatste manuscript van haar moeder zat. Ze heeft het lang niet kunnen opbrengen om het te lezen, maar op haar 74ste besloot ze dat het gepubliceerd mocht worden. Het is een prachtig boek, dat beschrijft hoe al voordat de Duitsers Parijs binnenvielen, de bewoners in paniek op de vlucht sloegen. Het 2e deel beschrijft de periode van de bezetting. Veel Fransen hadden Duitsers ingekwartierd. In de dagelijkse omgang ontstond soms een vertrouwensband. Het boek verwijst op verschillende manieren naar muziek. Het was de bedoeling dat het uit drie delen zou bestaan, als een symfonie. Net als bij een symfonie is het eerste deel snel, het tweede langzaam. Het tweede deel heet ook Dolce. Muziek speelt een rol in het tweede deel. Die overbrugt de taalbarrière en brengt de Duitse en Franse hoofdpersonen bij elkaar. Je kunt ook zeggen dat het muzikaal geschreven is. Er zit een zeker ritme in de taal en de opbouw van het boek.