Dit was de inspiratiebron voor Milhaud's werk Le Boeuf sur te toit, ofwel De os op het dak. Milhaud verwerkte vele Braziliaanse composities in dit werk. Danielle Thompson was één van diegenen die heeft getracht te achterhalen welke. Zij legde haar zoektocht vast in The Boeuf chronicles. Ze deed haar onderzoek aanvankelijk op het gehoor. Zo identificeerde zij: de maxixe “São Paulo Futuro” (1914) van Tupinambá (1889–1953), de koning van de tanguinho. ’Dit zou de eerst vastgelegde maxixe op tekst zijn. Ook van Tupinambá zijn de tanguinho’s “Viola Cantadeira” en “Maricota, Sai da Chuva,”. Na zestien liedjes te hebben herkend, liep Thompson vast. Toen bleek haar dat de musicologen Aloysio de Alencar Pinto en Manoel Aranha Corrêa do Lago met hetzelfde bezig waren. Prof. Pinto was lid van de Academia Brasileira de Música, en hoogleraar op de Ernesto Nazareth leerstoel. Hij was in de 90 en had een uitstekend geheugen. Hij had inmiddels veertien quotes achterhaald. In 2000 sloot Manoel Aranha Corrêa do Lago zich bij hem aan en ontdekte er nog tien. Zo gebruikte Milhaud de carnavalshit van 1918: “O Matuto”, ook van Tupinambá, en de tango “O Boi no Telhado” van José Monteiro. Die laatste titel betekent niets anders dan “De os op het dak” waarmee de titel van het werk van Milhaud is verklaard.
http://daniellathompson.com/Texts/Le_Boeuf/boeuf_chronicles.htm