03 november 2005

Utopia

Opdracht voor Europese cultuurgeschiedenis: verzin een kunstwerk dat in relatie staat tot utopisch denken (het ideaalbeeld van een betere wereld). Het project Nieuw Babylon van Constant is daar zo'n duidelijk voorbeeld van, dat ik dat als onderwerp koos.

Schilder en graficus Constant (1920 – 2005) was mede-oprichter van de Cobra-groep. In 1953 stapte hij uit de beweging. In de jaren vijftig schilderde hij in de schijnbaar naïeve schildertrant, vogels, honden, grimassende duiveltjes of grijnslachende saters. Daarna bouwde hij maquettes voor New Babylon, een utopisch project dat hem een groot deel van de jaren zestig bezighield. Met dit project, dat te zien is in het Gemeentemuseum in Den Haag, trok hij recent een nieuw publiek aan, eerst in Rotterdam in Witte de With en in 2002 op de Dokumenta te Kassel waar hij de oudste deelnemer was en een hele zaal vulde met maquettes en schilderijen.

New Babylon is een utopische visie op de stad en de rol van de bewoners hierin. Bartomeu Marí schrijft in zijn voorwoord in de catalogus bij de tentoonstelling in Witte de With (Mark Wigley, Constant’s New Babylon, The Hyper-Architecture of Desire): ”New Babylon constitutes the last comprehensive formulation of an idea of the new man, or better, of a social space that allows the emergence of an other man, of a new way of living in community, in society.”

In het ideaalbeeld van Constant zou de productie volledig geautomatiseerd zijn. Zonder honger en zonder uitbuiting zou ieder mens zijn creativiteit volledig kunnen ontplooien. In Nieuw Babylon hoeft de mens niet meer te werken, in deze nieuwe maatschappij leiden de bewoners een nomadisch bestaan en kan de mens - in overeenstemming met zijn verlangens - tot zijn recht komen als scheppend wezen; hij wordt een homo ludens. De architectuur van Constant bestaat uit segmenten die zich boven het aardoppervlak bevinden. Het aardoppervlak blijft onbebouwd en is bedoeld voor landbouw, natuur, maar ook voor verkeer en geautomatiseerde productiecentra. Daarboven bevindt zich de leefruimte waar de mens een nomadisch en creatief bestaan leidt.

De vraag is hoezeer het Constant ernst was met dit project. Hij heeft het geen Utopia willen noemen, aldus Bartomeu Marí, omdat het voor hem geen abstract model was. Ik denk dat dat zo is. Het project is ontworpen in een tijd dat er kritiek ontstond op de vernietiging van het milieu en de omgeving door een van techniek/technologie bezeten, kapitalistische maatschappij. Constant was één van de oprichters van de Internationale Situationisten, een kleine groep activisten die zich bezig hield met de stedenbouw. In de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog bepaalden hoogbouw en de auto het stadsbeeld. De Internationale Situationisten beoogden een beheersing van de techniek door de mens (een duidelijke parallel met het nieuwe denken in de Renaissance) wat tot een revolutie zou leiden, tot een opstand van de homo ludens. De Situationisten beperkten zich niet tot het ontwikkelen van ideeën hierover, maar kwamen met een concrete herstructurering van bestaande stedelijke gebieden tot labyrintische 'situaties'.

Hierboven is een voorbeeld uit 1963 te zien hoe zo’n labyrintische situatie op de plattegrond van Amsterdam is geprojecteerd.

Nieuw Babylon wordt de laatste jaren niet slechts als een serie objecten van een kunstenaar gezien maar ook als een verzameling architectonische denkbeelden behandeld, getuige een serie colleges in Groningen in 2002/2003 over architectonische denkbeelden over de Amerikaanse en Europese stad na 1945. Aldus werken utopische denkbeelden door in de werkelijkheid.