16 december 2007
Bijlmer Steelband kids
22 oktober 2007
Nogmaals Le Poème Electronique
Le Poème Electronique (1958) van Varèse is een van de eerste electronische muziekwerken. Varèse was al jaren op zoek naar nieuwe sonoriteiten. Toen Philips besloot voor de wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel een paviljoen te bouwen (architect Le Corbusier geassisteerd door de architect/componist Xenakis) en daarin een quadrafonisch geluidskunstwerk wilde vertonen, kreeg Varèse de kans enige tijd in Eindhoven te werken. Er is een film over gemaakt en het werk dat uit een combinatie van electronische muziek en op verschillende schermen geprojecteerde beelden bestaat, is enkele jaren geleden in een tentoonstelling in Basel vertoond. De film hieronder geeft een goed beeld, ook al is het een enkel scherm.
18 oktober 2007
17 oktober 2007
Scriabin: Vers la flamme
20 september 2007
Hitlers Wolfsschanze
14 september 2007
Los Torreznos: Spaanse spraakkunstenaars op de Biënnale in Venetië
Nog een andere video is te zien via de onderstaande link.
Het filmpje start vanzelf:
http://www.mae.es/bienalvenecia07/artista_en_torreznos.html
Meer informatie over de Biënnale en video's op de site van David Byrne, waar de bovendtaande video ook vandaan komt:
http://journal.davidbyrne.com/2007/07/7907-venice-bie.html
05 september 2007
Mahler: Das Lied von der Erde
De eerste opdracht voor muziekgeschiedenis was de analyse van een lied uit Das Lied von der Erde, te weten Von der Jugend. Mahler heeft de tekst van Bethge, hij heeft er wel wat aan veranderd. Die tekst van Bethge is een geschiedenis op zich. Het is een parafrase van een Duitse vertaling, van weer een Franse vertaling van Chinese gedichten. Maar omdat die Franse vertaling niet zo best was, heeft het lang geduurd voordat men achterhaalde om welke gedichten het ging. Zo gaat het in het gedicht over een paviljoen van porselein. Dat moet zijn het paviljoen van de familie Tao (Tao betekent porselein maar is ook een familienaam).
Het gedicht gaat zo (ik geef mijn eigen vertaling erachter):
Mitten in dem kleinen Teiche - midden in een kleine vijver
Steht ein Pavillon aus gruenem - staat een paviljoen van groen
Und aus weissem Porzellan. - en wit porselein
Wie der Ruecken eines Tigers - als de rug van een tijger
Woelbt die Bruecke sich aus Jade - welft de brug van jade
Zu dem Pavillon hinueber. - naar het paviljoen
In dem Haeuschen sitzen Freunde, - in het huisje zitten vrienden
Schoen gekleidet, trinken, plaudern, - mooi gekleed, drinken, kletsen
Manche schreiben Verse nieder. - schrijven mooie verzen
Ihre seid'nen Aermel gleiten - hun zijden mouwen glijden
Rueckwaerts, ihre seid'nen Muetzen - naar achteren, hun zijden mutsen
Hocken lustig tief im Nacken. - zitten vrolijk diep in de nek
Auf des kleinen Teiches stiller - op het stille watervlak van de vijver
Wasserflaeche zeigt sich alles - is alles wonderlijk
Wunderlich im Spiegelbilde. - in spiegelbeeld te zien
Alles auf dem Kopfe stehend - alles op de kop staand
In dem Pavillon aus gruenem - in het paviljoen van groen
Und aus weissem Porzellan; - en van wit porselein
Wie ein Halbmond steht die Bruecke, - als een halve maan staat de brug
Umgekehrt der Bogen. Freunde, - een ongekeerde boog. Vrienden
Schoen gekleidet, trinken, plaudern. - mooi gekleed, drinken, kletsen.
De vraag is nu, wat doet de componist hiermee. Mahler schrijft muziek die op en neer gaat en die steeds spiegelbeeldig, symmetrisch is. Hij zet in het tweede deel niet de melodie op zijn kop, maar hij doet het in de instrumenten. Als we boven water zijn speelt een piccolo met de zanger mee. In de waterspiegeling zingt de tenor hetzelfde, maar nu zit er een fagot in de begeleiding. Hoog en laag, dus.
De waterspiegeling is ook heel mooi gedaan, de muziek vertraagt tot je het gevoel hebt dat er absolute bladstilte is en het water één grote spiegel.
02 september 2007
Halil Altindere: Koerdische zangers
29 augustus 2007
Dokumenta in Kassel
27 augustus 2007
Kurische Nehrung
Het is ooit Duits geweest en trekt veel Duitse toeristen, mede omdat in Nida (Duits: Nidden) zich het huis bevindt dat ooit van Thomas Mann is geweest. Nadat Mann de Nobelprijs had gekregen (1929) liet hij er een huis bouwen hoog op een duin met uitzicht op het haf, in de traditionele blauwe kleur van de visserhuizen daar. Twee zomers slechts kon hij er gebruik van maken (hij werkte er aan Jozef und seine Brüder). Toen kwam Hitler aan de macht en werd het geconfisceerd. Lithause intellectuelen wisten het te conserveren en nu is het een cultureel centrum en museum.
01 augustus 2007
Mengelberg archief
Over Luis Bunuel (ja, de filmmaker) die de decors had verzorgd en daar erg trots op was (hij was toen nog niet beroemd) geen woord.
Maar die was de eerste avond ook vergeten voor het licht te zorgen. Je zag geen steek. Geen journalist die dat heeft opgemerkt. Misschien zijn die allemaal naar de tweede voorstelling geweest. Of Bunuel fantaseerde. Dat scheen hij wel vaker te doen. Misschien dat ze hem daarom bij deze foto ook eraf gesneden hebben. Want hij stond links. Mengelberg ook trouwens.
06 juli 2007
Manuel de Falla en het flamenco concours (1922)
Voor de cursus flamenco moest er ook nog een essay ingeleverd. Dat schreef ik over het Concurso de cante jondo (flamencozangconcours) in Granada in 1922, dat werd georganiseerd met medewerking van de componist Manuel de Falla, die vreesde dat deze zang aan het uitsterven was. Een leuk onderwerp, want er was nogal ruzie over in de pers. Sommige Spanjaarden hielden in die periode niet van stierengevechten en flamencozangers, dat gaf maar een verkeerd beeld van het land. Zoiets als dat Nederland wordt voorgesteld als een land vol boeren op klompen. Bovendien waren ze in Sevilla jaloers en er mochten alleen amateurzangers optreden wat bij de professionele zangers weer niet goed viel.
Mooi is de karikatuur die Antonio López Sanchez maakte. Tijdens de wedstrijd op 14 juni 1922 viel er een flinke bui. De regen is op de tekening te zien. De echte liefhebbers bleven echter zitten en hielden een stoel boven hun hoofd als paraplu. Op het toneel zit Diego Bermúdez (‘El Tío Tenazas’). Na zijn eerste succesvolle optreden hebben zijn vrienden hem zoveel glaasjes manzanilla gevoerd, dat hij geen noot meer kon zingen. Men zegt dat hij helemaal van Puente Genil (provincie Cordoba, 60 mijl) is komen lopen, maar het is uitgezocht en het schijnt niet waar te zijn. Achter hem zit gitarist Ramón Montoya. Linksonder zit Pastora Pavón (‘La niña de los peines’). De man met de bril die met Tenazas praat is (klassiek) gitarist Andrès Segovia. Op de voorgrond met de hoed: schilder Zuloaga. De tweede rechts daarvan (met de magere nek) is Manuel de Falla. Achter hem grijpt Lorca naar zijn hoofd. Rechtsboven (met snor) is Miguel Céron, die het idee van het concours claimde.
16 juni 2007
Kwartet van laptops en grafische partituren in Holland Festival
Hieronder heb ik drie bladen uit de partituur van Cardew opgenomen. Cornelius Cardew (1936-1981) was een Engelse componist van experimentele muziek. Zijn partituren zijn mooi om te zien. Karakteristiek is dat hij altijd twee lege notenbalken onderaan de pagina afdrukte, om eraan te herinneren dat het echt muziek is. Bij deze compositie was de relatie tussen beeld en geluid het meest overtuigend. Je 'hoorde' lijnen en cirkels en versmallingen en verdikkingen. Treatise bestaat uit 193 van dit soort bladen, waarvan ik er gisteren overigens maar een paar gezien heb. Het werk dateert uit 1963-1967.
Bij Eggeling fascineerde het beeld het meest. Deze Zweed behoorde tot de Dada-beweging en maakte dit werk in 1924 vlak voor zijn dood. Hij tekende geometrische figuren op lange rollen papier. De Diagonaalsymfonie was een stomme film van ruim 7 minuten.
13 juni 2007
Blinde balladezangers
Geïntrigeerd door het fenomeen, en vanwege een vraag van de docent of er geen beeldmateriaal was dat uitsluitsel kon geven op mijn vragen, ben ik gaan zoeken naar plaatjes. Nu is Goya bij uitstek een schilder/tekenaar van volkstaferelen, hij leefde vlak voor het ontstaan van flamenco, dus het lag voor de hand te kijken of er muzikanten in zijn werk voorkomen. En ja, hoor. Maar liefst drie afbeeldingen, allemaal van blinde zangers/gitaristen. Uit het begin van de 19e eeuw.
Dit is er een van. Daar heb ik nog niets mee opgelost. Maar het was frappant dat ik alleen blinde zangers en geen zigeuners vond.
01 juni 2007
Lightfoot/Leon: Shoot the Moon
De foto hieronder is van een 19-jarige fotografe Femke Hansen. Wat hier niet te zien is, is dat deze dansers zich voorbewegen op een soort rijdende hoepelrokken op wieltjes van twee meter hoog.
De voorstelling is spannend, niet alleen omdat er schitterend wordt gedanst, en de decors prachtig zijn en bovendien steeds in beweging, maar ook door de mimiek van de dansers die je goed ziet omdat je dicht op het toneel zit. Dat wordt gerealiseerd doordat de zaal in tweeën is gesplitst. Aan beide kanten is er een tribune, voor de pauze zit je aan de ene kant en na de pauze aan de andere kant in spiegelbeeld (je linkerbuurman zit nu rechts). De muziek is hetzelfde, anders zou het natuurlijk een janboel worden.
Er zat iemand achter me die steeds maar riep: "O wat mooi. O wat prachtig. Wat word ik hier blij van." Nou ja, dat hoefde nou ook weer niet. Maar hij had wel gelijk.
16 mei 2007
Ursonate (Kurt Schwitters)
Het Presto heeft de zogenaamde sonatevorm (nu wordt het even technisch). Dat wil zeggen dat de thema’s worden neergezet (expositie), waarna er mee wordt gevarieerd (doorwerking: in de muziek betekent dat: andere toonsoorten en spanning opbouwen, kort gezegd krijg je het gevoel een eind van huis te zijn) en ten slotte keert het begin weer terug (reprise, spanning opgelost, gevoel van herkenning: we zijn weer thuis). De vraag is: kan met woorden of zinloze klanken ook wat men muziektonen kan. Onze docente vond van niet en gebruikte de Ursonate als kapstok om over muziek te praten. De meeste studenten volgden haar, uit desinteresse of omdat ze het geen kunst vinden. Maar ik genoot en mijn Servische medestudente die naast mij zat, ook.
Het begint zo:
Fümms bö wö tää zää Uu,
pögiff,
kwii Ee.
Daar heb ik niet onmiddellijk associaties bij. Maar bijvoorbeeld dit:
Rum!
RrRrRrRrummpff?
Rum!
RrRrRrRrummpff t?
Rum!
RrRrRrRrRrummpff tll?
Rum!
deed mij denken aan de CD Vengo naar de gelijknamige film waar een nummer op staat waar je alleen maar een startende motor hoort, zo van uche uche rum, maar dan heel ritmisch.
Voor mij is dat muziek.
En dit:
Tuii tuii tuii tuii
Tuii tuii tuii tuii
Tee tee tee tee
Tee tee tee tee
herinnerde mij aan onze reis naar Mexico waar we vanuit ons houten balkon met uitzicht op een dicht tropisch woud iedere namiddag een vogelconcert kregen
Tatta tatta tuiEe tuiiEe
Tatta tatta tuiEe tuiiEe
Tatta tatta tuiEe tuiiEe
Tatta tatta tuiEe tuiiEe
van allemaal verschillende vogels
Pe pe pe pe pe
Pii pii pii pii pii
Poo poo poo poo poooo?
Het gedicht eindigt met het alfabet achterstevoren.
Dat heet in vaktermen kreeftengang (deed Schönberg in die tijd ook):
Zätt üpsiilon iks (emocionado)
Wee fau Uu
Tee äss ärr kuu
Pee Oo änn ämm
Ell kaa Ii haa
Gee äff Ee dee zee beee?
Je moet het wel even hard op lezen, want het is fonetisch Duits. De grap is dat de a niet komt. De tweede keer ook niet, maar de derde keer wel.
Voor wie een stukje wil horen, verwijs ik naar:
http://www.ubu.com/sound/schwitters.html
Er is ook een opname van Jaap Blonk die de sonate uit zijn hoofd heeft geleerd. Ik moet hem ooit op de radio hebben gehoord en was toen al gefascineerd. Een deel is te beluisten via:
http://boeken.vpro.nl/artikelen/17613299/
Dus voor mij is dit Kunst en ook Muziek. Zeker als je Jaap Blonk hoort.
21 maart 2007
Nietzsche
"Er präsentiert die Rechnung. Ich akzeptiere höflich: Er will bezahlt sein, gleich bei Empfang der Sachen. Ich bin erstaunt, setze ihm auseinander, daß ich gar nichts mit ihm als einem Arbeiter für meinen Schneider zu tun habe, sondern nur mit dem Schneider selbst, dem ich den Auftrag gegeben habe."
De tijd dringt, Nietzsche begint de kleren aan te trekken, de knecht verhindert dat:
"Der Mann wird dringender, die Zeit wird dringender; ich ergreife die Sachen und beginne sie anzuziehn, der Mann ergreift die Sachen und hindert mich sie anzuziehn: Gewalt meiner Seite, Gewalt seiner Seite! Szene."
Nietzsche vecht in zijn hemd, hij wil de nieuwe broek aandoen, gekrakeel is het gevolg:
"Ich kämpfe im Hemde: denn ich will die neuen Hosen anziehn. Endlich Aufwand von Würde, feierliche Drohung, Verwünschung meines Schneiders und seines Helfershelfers, Racheschwur"
het mannetje wint de strijd en Nietzsche moet iets anders aan voor zijn eerste bezoek aan de zo door hem bewonderde Richard Wagner:
" währenddem entfernt sich das Männchen mit meinen Sachen. Ende des 2. Aktes: ich brüte im Hemde auf dem Sofa und betrachte einen schwarzen Rock, ob er für Richard gut genug ist."
08 maart 2007
Waarom ik het zo druk heb ....
24 januari 2007
Atlas Ensemble
Het mooie van het ensemble is dat de geschreven stukken de niet-westerse instrumenten goed uit laten komen, vaak als solo, waardoor je tijdens het concert als het ware een klein wereldreisje maakt. Daarnaast is het samenspel met de westerse instrumenten fascinerend. Je luistert naar volkomen nieuwe muziek met een geheel eigen kleur. Er wordt ook op topniveau gespeeld.
Enkele niet westerse instrumenten sprongen er deze keer voor mij uit. Zo is er ten eerste de Armeense duduk, een heel oud instrument met dubbelriet. De klank is melancholiek en de speler krijgt bolle wangen als hij erop blaast.
Dan de Chinese erhu, een knievedel met twee snaren, een lange hals en een ronde, hexagonale of octagonale klankkast van hout. De bovenkant van de klankkast is meestal bedekt met de huid van een python of andere slang. Yan Jiemin speelde er een buitengewoon mooie solo op.
Ten slotte de kemençe, een klein Turks strijkinstrument dat vooral wordt gebruikt in Anatolië en de gebieden rondom de Zwarte Zee. Ook dit instrument heeft een prachtige klaaglijke klank.
Het Atlas Ensemble heeft een eigen website, waar meer informatie geluids- en videofragmenten te vinden zijn.
atlas ensemble