27 december 2005

The Bassarids




Opera van Hans Werner Henze, bezocht op Eerste Kerstdag

23 december 2005

Lotfi Boushnak: Malouf Tunisien




Ruth Davis doet al sinds de jaren 80 onderzoek naar de traditionele muziek van Tunesië. Het is deze muziek, de malouf, voor het behoud waarvan waar Baron d'Erlanger zich in de jaren 1914 - 1934 heeft ingespannen. Een van de artikelen van Davis staat online en er zitten foto's en muziekfragmenten in mp3 vorm in.

Hier is Lotfi Boushnak.
"Muwashshah. Wasla al-asba'in.
De foto en het fragment komen van Davis.

Het artikel van Davis is te vinden op:
http://www.provincia.venezia.it/levi/ma/index/number7/davis/dav_00.htm

20 december 2005

Baron d'Erlanger




Die twee tentamens van gisteren heb ik binnen.

Nu nog een laatste essay inleveren. Dat gaat over het Congres voor Arabische muziek in 1932 in Cairo. Dat congres intrigeert me omdat daar discussie ontstond tussen West en Oost, waarbij West (onder andere Bartok en Hindemith) het voor de traditionele Arabische muziek opnam, terwijl Oost vooruit wilde, maar dan wel op een Westerse manier. De grootste ruzie werd uitgevochten over de piano. Die was razend populair aan het worden, vooral in Egypte. Maar je kunt er geen geen Arabische muziek op spelen, want die kent meer tonen dan op de piano zitten. Piano's verbieden? Aanpassen? De Westerlingen waren bang dat de "authentieke" Arabische muziek verloren zou gaan als de piano verder opmars zou maken. De Arabische musici verbaasden zich. Als een Westerse componist een stukje van hun muziek in een compositie zou verwerken, dan zouden zij daar geen bezwaar tegen maken. Waarom mochten zij die prachtige Westerse muziekinstrumenten dan niet gebruiken?


Tekenend was ook de reactie van een beroemde etnomusicoloog uit die tijd, Von Hornbostel, toen hij Umm Kulthumm (die daar zong) ineens op de Europese bel canto stijl hoorde overschakelen (dat deed ze waarschijnlijk expres). "Barbaren hebben dat geleerd en ze kunnen óók bel canto zingen." Maar misschien klonk dat toen wel niet als een scheldwoord.

Wie niet op, maar wel rond het congres een rol speelde was Baron D’Erlanger. Hij was de zoon van een Joods-Duitse vader en een Amerikaanse moeder. Hij vestigde zich in 1911 in Tunesië. Vanaf 1914 hield hij zich bezig met Arabische muziek waarmee hij door Shaykh Ali al-Darwish (1872-1954), een Syrisch Derwish (Sufi) musicus uit Aleppos, in aanraking was gekomen. Hij woonde in een Moors paleis in Sidi Bou Salid. In 1917 publiceerde hij Au sujet de la musique arabe en Tunésie. Hij vreesde voor het verval van de Arabische muziek, wilde deze een theoretische basis geven. D’Erlanger had zich bezig gehouden met het verzamelen en classificeren van melodische en ritmische genres in de Arabische muziek , die hij op het congres wilde presenteren. Hij was uiteindelijk te zwak om het congres bij te wonen. Zijn assistent Shaykh Ali al-Darwish, die op instigatie van d’Erlanger in Tunesië openbare lessen gaf en daarbij de Tunesische musici onderricht gaf in de Arabische muziektheorie, presenteerde diens collectie op het congres.

D’Erlanger had in zijn paleis voorts een groep Tunesische musici om zich heen verzameld die op het congres zouden moeten spelen. Het ensemble bestond uit spelers van de rabab (2-snarige vedel), de ud arbi (Maghreb 4-snarige luit zonder fretten), de naqqarat (kleine trommels) en de tar (tamboerijn). Dit ensemble was zo samengesteld dat er geen Europese en geen Oost Arabische instrumenten in voorkwamen.

Ik laat zijn orkest zien, een zelfportret, en het paleis dat nu een museum is.

19 december 2005

Wie was Umm Kulthum?






















... was één van de tentamenvragen van vandaag (heb er twee gedaan: inleiding musicologie en inleiding wereldmuziek). Welnu, dit is haar dan: "star of the East" of "voice and face of Egypt". Haar vader was Koran lezer. Dat is eigenlijk ook muziek, maar dat heet in de Islam geen muziek net als de oproep voor het gebed die van de moskee klinkt. Het is zingend reciteren. Ze begon te zingen rond 1910, in het begin met vader mee naar trouwerijen en andere festiviteiten. Ze werd in de jaren 20 heel populair, ze verkocht duizenden grammofoonplaten. Haar stijl onderging wel Westerse invloeden, maar - als ik het nu hoor - bleef toch in wezen Arabisch. Maar ze kon heel goed in de Europese bel canto stijl zingen. Toen in 1934 de Egyptische radio van start ging, rees haar ster helemaal pijlsnel omhoog. Daar kwam nog bij dat haar teksten een bedekte politieke lading hadden. Ze stierf in 1975.

16 december 2005

György Sándor


György Sándor, die nog bij Bartok heeft gestudeerd, is op zijn 93e overleden. Hij speelde nog steeds. In april had hij zijn laatste concert in Turkije gespeeld. Ik heb hem enige jaren geleden in het Concertgebouw gehoord en kocht vermoedelijk in die periode het pianowerk op 4 CD's, gespeeld door Sándor. Hij schreef een boek On piano playing. Moet dat dan maar eens aanschaffen.

11 december 2005

El Retablo de Maese Pedro


ofwel de poppenkast van meester Pedro.

In deel II van Don Quichote komt een krijgstafereel voor, namelijk in de beroemde poppenkast van meester Pedro. Het gaat over de bevrijding van Don Gayferos die door de Moren gevangen werd gehouden. De verteller laat de klokken van de moskeëen beieren. Don Quichote tikt hem op de vingers want dan kan volgens hem niet. De Moren gebruiken geen klokken (campanas) , maar pauken (atabales) en een soort herdersfluiten (dulzainas) die iets hebben van schalmeien (chirimías). De verteller in de poppenkast voert dan een ruiterij op die twee christelijke geliefden achtervolgt met schetterende trompetten, schalmeienspel, galmende pauken en trommen. Of in het Spaans: trompetas, dulzainas, atabales, tambores. Reden genoeg voor Don Quichote om de kast met poppen en al aan gruzelementen te slaan (ten einde de geliefden te hulp te komen natuurlijk).
Toen Cecilio de Roda in 1905 zijn lezing over de muziek in Don Quichote hield, liet hij ook muziek horen zoals die destijds geklonken moet hebben. Dit sprak De Falla die met hem bevriend was, zeer aan en die schreef de muziek bij een marionettenthaterstuk naar de poppenkast van meester Pedro: El Retablo de Maese Pedro . Het werd in 1925 in de New York Town Hall opgevoerd. Willem Mengelberg dirigeerde het orkest en Wanda Landowska speelde clavecimbel.

10 december 2005

Albogues (2)


Heb besloten dat Don Quichote het fout had en dat albogues blaasinstrumenten moeten zijn geweest. Hier is er eentje gemaakt van een koeiehoorn. Ik heb de volgende redenen. Ten eerste is in het Baskenland de Alboka een blaasinstrument. Ten tweede is er de mogelijke verklaring dat Al Boke of Al Boce staat voor Al Voce. De Spanjaarden spreken de B immers als V uit. Dat betekent dan dat met dit instrument de menselijke stem wordt nage-aapt. Maar ik denk dat de beste verklaring is dat het Al-Booq is geweest en dat schijnt Arabisch voor hoorn te zijn.

05 december 2005

Het raadsel van de albogues in Don Quichote


Ik ben een zoektocht begonnen naar de muziek in Don Quichote (van Cervantes) en de muziekinstrumenten die worden genoemd. Don Quichote vertelt Sancho Panza over de geneugten van de muziek en noemt een aantal instrumenten. En, zegt hij, als we daar de albogues aan toevoegen hebben we alle herdersinstrumenten gehad.
Sancho Panza heeft daar nog nooit van gehoord. Als je nu op albogues zoekt, dan krijg je wat je hier op het plaatje ziet. Eeen soort fluit dus. Dan kan ook wel kloppen want dat zijn óók albogues. Maar het probleem is dat Don Quichote vervolgens aan Sancho Panza uitlegt wat albogues zijn. Die: "bestaan uit een paar platen te vergelijken met geelkoperen blakers die, als je ze met de lege en holle kant tegen elkaar slaat, een geluid maken dat weliswaar niet erg aangenaam of welluidend is, maar dat niet afstoot en goed past bij het landelijk karakter van de doedelzak en de tambourijn…” Kortom het zijn bekkens. Maar wie weet heeft Cervantes zich vergist. Want de meeste instrumenten in die tijd waren wel in boeken beschreven, maar bij deze naam schijnt het eerder andersom te zijn, d.w.z. dat die naam in de boeken kwam vanwege de vermelding in Don Quichote.

02 december 2005

Ode aan Constant

De tentoonstelling Ode aan Constant in het Haagse Gemeentemuseum gaat morgen open. Constant was dol op honden. Het verhaal gaat dat hij een keer aan de telefoon was in zijn atelier en dat hij zijn hond Tikoes met belangstelling het schilderij op de ezel zag bekijken. Van onder tot boven en weer terug. Gevleid dat zijn hond zijn werk waardeerde ging hij nog eens kijken toen het telefoongesprek was afgelopen. Er bleek een spinnetje aan een draadje te hangen dat de aandacht van de hond had getrokken.

29 november 2005

Van der Hamen Y Leon


Juan van der Hamen y Leon (Madrid 1596- 1631) was de zoon van een Vlaamse schilder en een Spaanse moeder. Hij was bekend om zijn stillevens in Spaanse stijl, bodegon genaamd. Hij was verbonden aan het hof van Filips IV. In Madrid is er momenteel een tentoonstelling van zijn werk. Daar waren we dit weekend. De mooiste stillevens zijn de vroege en dan die waarop de zoetigheden staan die we alleen van Spanje kennen. Ook de dozen waar de koekjes uit komen staan erop en de achtergrond is steeds opgebouwd uit rechthoekige en vierkante vormen met grijs kleed bedekt. Dat doet heel modern (Morandi-achtig) aan.

25 november 2005

De wandelende tak



Sinds dit VPRO-programma naar 747 AM is verhuisd ben ik het een beetje kwijt. Maar gelukkig hebben ze een fantastische website waarop oude programma's te horen zijn, zoals een programma waarin Frank Kouwenhoven te horen is met muziek van Festivals der Verleiding. Op de bergtoppen in Noordwest-China komen jaarlijks duizenden jonge mensen bijeen om liefdesdialogen te zingen en elkaar te verleiden. Hun ouders stoken wierook in de tempels en bidden om kleinzonen. In de dorpen passeren religieuze processies met schetterend koper en vuurwerk. Frank Kouwenhoven en Antoinet Schimmelpenninck laten opnamen horen van hun reis naar het door droogte en armoede geteisterde Gansu en Qinghai, waar evenwel de meest schitterende festivaltradities gedijen.
De link is:
http://www.vpro.nl/programma/dewandelendetak/afleveringen/22558700/
Ik vond ook een paar foto's van Frank Kouwenhoven, gemaakt in deze regio.

24 november 2005

De muziek van de hemellichamen

Ieder die wiskunde op school heeft gehad, kent de stelling van Pythagoras: a2 + b2 = c2. Van hem is ook de doctrine van de Harmony of the Spheres ofwel de harmonie van de hemellichamen. Het gaat hier om de getallentheorie en de relatie van muziek tot de cosmos. De theorie heeft een eeuwenlange invloed gehad, eerst als theorie en later als thema. Filosofen, geleerden, dichters en musici hebben zich door Pythagoras laten inspireren.

Hoe de hemellichamen muziek maken beschrijft Plato in hoofdstuk X waar hij de mythe van Er vertelt. Er was een soldaat die in de strijd gesneuveld was en begraven werd en op de twaalfde dag weer tot leven kwam waarna hij vertelde wat hij in de onderwereld had gezien. Hij was met vele anderen op reis gegaan en kwam in een landstreek waar twee spleten in de aarde te zien waren en recht daarboven twee in de hemel. Daar tussenin zaten rechters, die de rechtvaardigen omhoog naar de hemel stuurden en de onrechtvaardigen naar de hel. Ondertussen kwamen mensen uit die spleten, die hadden hun termijn volbracht en keerden naar de aarde terug. Zij verbleven eerst zeven dagen in de weide en reisden op de achtste dag verder. Op de vierde dag daarna zagen ze een zuil van licht, als een regenboog, maar helderder en zuiverder. Het nam een dag erheen te reizen. Midden in het licht zagen ze de uiteinden van de lichtkoorden die uit de hemel naar beneden waren gespannen. Het licht was het verband van de hemel. Tussen de uiteinden van de lichtkoorden was een spinspoel gespannen. De wervel van de spinspoel was groot, hol en uitgediept en daarin lag een kleinere wervel en zo verder, acht wervels in totaal. De grootste wervel was veelkleurig, de zevende het helderst, de zesde kreeg zijn licht van de zevende, en zo had iedere wervel zijn kleur. De achtste wervel draaide het snelst, de zevende, zesde en vijfde volgden daarop, de vierde had de op twee na grootste snelheid en zo verder. Bovenop de rand van iedere ring stond een Sirene die meedraaide en een klank op een toon liet klinken. Alle acht tonen klonken als een enkele toonladder. Dan waren er nog drie Schikgodinnen die zongen in harmonie met de Sirenen.

Het is de vraag of de beelden zoals Plato die beschrijft, wel van Pythagoras afkomstig zijn. Dat er acht hemellichamen waren kan heel goed bij Pythagoras zijn oorsprong vinden, maar het beeld van de Sirenen op de wervels die een tonen zingen kan ook een verzinsel zijn of het moet worden gezien als een hersenschim van een soldaat die meent in het hiernamaals geweest te zijn.

Maar het kan ook zijn dat de gedachte van de zingende Sirenen in de tijd van Pythagoras wel degelijk leefde. In het Bijbelse boek Job komt de volgende passage voor:

terwijl de morgensterren samen jubelden en Gods zonen het uitschreewden van vreugde.

Het boek Job is duizend jaar voor Pythagoras is geschreven. Dat de sterren zingen is kennelijk een heel oude gedachte.

Het thema is vele malen in de literatuur gebruikt. Bijvoorbeeld door John Milton (1608 – 1674) in Arcades:

But else in deep of night when drowsines
Hath locked up mortal sense, then listen I
To the celestial sirens’ harmony,
That sit upon the nine enfolded spheres,
And sing to those that hold the vital shears,
And turn the adamantine spindle round,
On which the fate of gods and men is wound.

En ook door Shakespeare in The Merchant of Venice:

There's not the smallest orb which thou behold'st,
But in his motion like an angel sings,
Still quiring to the young eyed cherubims:
Such harmony is in immortal souls;
But while this muddy vesture of decay doth grossly close it in
we can not hear it.

22 november 2005

Chinese muziek



Vandaag college gehad van sinoloog Frank Kouwenhoven over Chinese muziek. Ik begin het vak wereldmuziek steeds leuker te vinden. De pipa is een peervormige luit en Wu Man is een meesteres op dit instrument. Als je haar hoort met een stuk uit de 18e eeuw denk je dat het gisteren geschreven was. Het is een heel oud instrument. Het werd al in de tijd van de Tang dynastie (6e - 9e eeuw) bespeeld. China is lang een gesloten land geweest en de gedachten over muziek zijn door nationalistische motieven bepaald geweest. Vanuit de gedachte dat de Chinese muziek een eigen identiteit had, zijn bepaalde gedachten ontwikkeld, bijvoorbeeld ook dat alle muziek pentatonisch zou zijn (vijftonig, als je de zwarte toetsen op de piano aanslaat heb je dat). Chinese muziek heeft echter tal van invloeden ondergaan, bijvoorbeeld uit Centraal Azië. Die invloeden zijn mogelijk deels verloren gegaan, bijvoorbeeld het ritme, omdat dat niet werd opgeschreven. Daarom is het interessant als musici uit China nu weer gaan musiceren met anderen. We hoorden een voorbeeld van een duet van een pipa met een Indiase sitar (nr. 5 op CD 2 van The Voice of the Dragon, de set CD's die bij gelegenheid van het China festival is uitgekomen). Vervolgens werd ons verteld over het graf van de markies Yi of Zeng, die zich liet begraven met een compleet orkest (met muziekinstrumenten), en al zijn concubines en bediendes en orkestleden, ten einde in het hiernamaals verder te kunnen genieten. Tot het instrumentarium behoorde een complete set bronzen klokken. Die waren wel in een andere kamer begraven dan de markies. In zijn slaapkamer nam hij een kleiner ensemble mee dat kennelijk voor dagelijks gebruik was. Een gekke gedachte dat wij ons nu eigenlijk in het hiernamaals bevinden dat de markies zich voorgesteld had.

Meer over de markies op http://www.regenerating-universe.org/ZengBellsEnlarged.htm

Meer over Chinese muziek: http://home.wxs.nl/~chime/

17 november 2005

Wat was dat ook al weer?

Gisteren geleerd. Op www.themefinder.com kun je terugvinden wat dat deuntje ook al weer was. Je moet wat parameters ingeven. De grove manier om dat te doen is of het deuntje omhoog of omlaag gaat. Dat leg je in een patroon vast. Omhoog is / en omlaag is \. Gelijkblijven is -. Probeer maar eens met Für Elise. Dat gaat zo (de eerste telt niet mee want die gaat niet omhoog of omlaag: \/\/\/\\.

15 november 2005

Muzikale weblogs


Ik ben nog niet zo lang aan het webloggen, maar ik heb inmiddels wel ontdekt dat er een onoverzienbaar aantal buitenlandse muziekweblogs is.
Een Nederlands muziekweblog heb ik nog niet ontdekt. Ik zal bij uitzondering de Comment functie inschakelen om te kijken of iemand mij tips kan geven. Absolute favoriet is The Overgr0wn Path (is een verwijzing naar hele mooie pianomuziek van Janacek) http://www.theovergrownpath.blogspot.com/. Mijn enige bezwaar is dat ik niet al die concerten kan bijwonen. Vandaar surf ik regelmatig verder. Je kunt overal in de wereld terechtkomen: in Colombia: http://bogomusic.blogspot.com/, in Italie: http://blogregular.splinder.com/, bij de laatste is de leesbaarheid niet optimaal, maar er begint meteen een muziekje te spelen. Waar ik ook dol op ben is een pianoblog zoals http://pianophilia.blogspot.com/ maar die was even met vakantie, maar is gelukkigeweer terug en heeft er ook een gezellig muziekje op gezet.

Verder ben ik een beetje gefrustreerd, want ik heb me vanmorgen verslapen voor het college Griekse musicologie, maar dat schijnt een beetje chaotisch geweest te zijn. Ik kwam op de gang terecht want als de deur dicht is mag je er niet meer in. Ik (en met mij 2 studenten) hoopte op de pauze, maar die kwam niet. Ik hoorde door de dichte deur muziek en gokte: Andriessen. Wat heeft Andriessen met Griekse musicologie te maken? Oja, natuurlijk: De Staat. Dat wil zeggen dat dat verwijst naar Politeia van Plato. Het was Andriessen, bleek me later. Is geruststellend dat ik dat meteen herken.

Nouja, een paar plaatjes dan maar van de groten. Rechts Plato, links daarvan Phytagoras (herkenbaar aan de driehoek, van de bekende formule a2 + b2 = c2, maar ook degene die de muzikale verhoudingen ontdekte, nu even te ingewikkeld om uit te leggen) en dan Aristoxenus, die het allemaal heeft uitgewerkt.

13 november 2005

Shen Wei: Connect Transfer




















Connect transfer is een choreografie in drie delen van Chen Wei, op muziek van Kevin Volans, Xenakis en Ligeti. De dansers bewegen zich op een maagdelijk wit canvas, waarop zich langzaam een abstract kunstwerk vormt door de verf die ze op hun lichaam hebben. De muziek begint traag met het 6e strijkkwartet van Volans. Dan komt het opzwepende ritme van Evryali van Iannis Xenakis, een stuk dat nauwelijks speelbaar is, hier uitgevoerd door Stephen Gosling. Er wordt schitterend gedanst. Door de belichting en de zwarte kleding vallen de handen en voeten extra op. Een danser draait zo snel met de armen dat je een cirkel van handen ziet. Als de dans is afgelopen wordt het canvas langzaam omhoog gehesen, zodat je kunt zien wat de lichaamsbewegingen voor figuren in het platte vlak hebben opgeleverd.

11 november 2005

O Boi no Telhado

Dit was de inspiratiebron voor Milhaud's werk Le Boeuf sur te toit, ofwel De os op het dak. Milhaud verwerkte vele Braziliaanse composities in dit werk. Danielle Thompson was één van diegenen die heeft getracht te achterhalen welke. Zij legde haar zoektocht vast in The Boeuf chronicles. Ze deed haar onderzoek aanvankelijk op het gehoor. Zo identificeerde zij: de maxixe “São Paulo Futuro” (1914) van Tupinambá (1889–1953), de koning van de tanguinho. ’Dit zou de eerst vastgelegde maxixe op tekst zijn. Ook van Tupinambá zijn de tanguinho’s “Viola Cantadeira” en “Maricota, Sai da Chuva,”. Na zestien liedjes te hebben herkend, liep Thompson vast. Toen bleek haar dat de musicologen Aloysio de Alencar Pinto en Manoel Aranha Corrêa do Lago met hetzelfde bezig waren. Prof. Pinto was lid van de Academia Brasileira de Música, en hoogleraar op de Ernesto Nazareth leerstoel. Hij was in de 90 en had een uitstekend geheugen. Hij had inmiddels veertien quotes achterhaald. In 2000 sloot Manoel Aranha Corrêa do Lago zich bij hem aan en ontdekte er nog tien. Zo gebruikte Milhaud de carnavalshit van 1918: “O Matuto”, ook van Tupinambá, en de tango “O Boi no Telhado” van José Monteiro. Die laatste titel betekent niets anders dan “De os op het dak” waarmee de titel van het werk van Milhaud is verklaard.
http://daniellathompson.com/Texts/Le_Boeuf/boeuf_chronicles.htm

10 november 2005

Ernesto Nazareth

Twee bewonderaars van Nazareth


Arthur Rubinstein en Darius Milhaud.

Ernesto Nazareth: Dr.Tango in Rio de Janeiro


“Maar dat is klassiek”, zei de dame in de CD-winkel toen ik vroeg naar Ernesto Nazareth. Ik stond namelijk bij de afdeling ethnische muziek. Nazareth (1863 – 1934), populair in de jaren twintig in Rio de Janeiro in Brazilië, was weliswaar geschoold in klassieke muziek, maar hij werd toch meer als een pianiero (een pianist die op feesten en partijen speelde, een salonmuzikant) beschouwd dan als een klassieke pianist.

Darius Milhaud (1892 – 1974), Frans componist behorende tot de avant-garde van de jaren twintig, in 1916 werkzaam op de afdeling propaganda van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, kreeg in 1917 de kans mee te gaan als secretaris van Paul Claudel die tot cultureel attaché werd benoemd op de Franse ambassade te Rio de Janiero. Ze bleven er tot eind 1918 (tot na de wapenstilstand in de Eerste Wereldoorlog).

Milhaud beleefde een culturele schok. Hij kwam aan terwijl het carnaval was en voelde de wind van de waanzin over de stad:

Mon contact avec le folklore brésilien fut brutal; j’arrivai à Rio en plein Carnaval et je ressentis aussitôt profondément le vent de folie qui déferlait sur la ville entière.

Milhaud was gefascineerd door het ritme van de Braziliaanse muziek, waarvan hij de syncoop beschrijft, de nonchalente adem die (vrij vertaald) even wordt ingehouden:

Les rythmes de cette musique populaire m’intriguaient et me fascinaient. Il y avait dans la syncope une imperceptible suspension, une respiration nonchalente, un léger arrêt qu’il m’était très difficile de saisir.

Hij kocht een hoeveelheid maxixes en tango’s en probeerde die te spelen met hun syncopen die van de ene hand naar de andere hand gingen. Dat had resultaat en hij kon uiteindelijk dat typische Braziliaanse ritme analyseren en uitdrukken. Daarbij was bij met name onder de indruk van de componist Ernesto Nazareth die voor de deur van de Odéon Cinema aan de Avenue Rio Branco speelde:

Son jeu fluide, insaisable en triste m’aida également à mieux connaître l’âme brésilienne.

De periode 1870 – 1920 wordt genoemd als de belle epoque van de Braziliaanse populaire muziek .De afschaffing van de slavernij in 1988 leidde tot een grootschalige migratie van het platteland naar de stad. Dit leidde tot diversificatie van muzikale vormen, ritmes en sociale omgeving van de populaire muziek. Muziek van de 19e eeuwse componisten van populaire muziek werd uitgevoerd in de aristrocratische salons en in theaters. Tot de vocale muziek behoorde de modinha, afgeleid van de Afro-Braziliaanse lundu.

Vanaf ongeveer 1850 werden de Europese wals en de polka van een Braziliaans tintje voorzien. Voor wat de wals betreft gebeurde dat onder invloed van de modinha terwijl de polka voorzien werd van de ritmische trekken van de lundu. Deze hybride polca-lundu was de bron voor de tango brasilieiro en de maxixe.

Ernesto Nazareth (1863 – 1934) was een Braziliaanse pianist en componist. Villa-Lobos noemde hem the true incarnation of the Brazilian soul. Zijn walsen en tango’s waren bronnen van inspiratie voor talloze componisten waaronder Milhaud en Villa-Lobos. Hij was klassiek getraind in de stijl van Chopin, maar kreeg faam als componist van muziek die we tegenwoordig fusion zouden noemen van Europese dansen als polka’s en walsen met Afro-Braziliaanse ritmes en folk-style melodieën.

Men dient te bedenken dat er in die periode in Brazilië een traditie was opgebouwd van klassieke Europese (piano)muziek. Dom Pedro I die in 1822 de onafhankelijkheid uitriep was wel componist maar niet erg bij de bevordering van de kunsten betrokken. Dat veranderde toen zijn opvolger, Dom Pedro II, in 1840 aantrad. In 1847 werd een conservatorium gesticht, in 1860 een lyrische opera. De piano was in 1808, toen het Portugese hof voor Napoléon vluchtte, in Brazilië geïmporteerd. Vanaf 1834 werd deze ook in Brazilië geproduceerd.

Een goed voorbeeld van een (klassieke) componist uit die periode en traditie is Henrique Oswald (1852 – 1931). Oswald was geboren in Rio, maar had een Zwitsers-Duitse vader en een Italiaanse moeder. Vader importeerde piano’s uit Europa. Moeder gaf muziekles aan aristocratische families. Oswald studeerde al jong piano en ging op zijn 16e naar Europa om verder te studeren. Hij trouwde met een Italiaanse zangeres en kreeg vijf kinderen. Eén zoon, Alfredo, was ook pianist. In het huis van zijn leraar in Florence, Buonamici, ontmoette hij Europese componisten als Liszt en Brahms. Met Camille Saint-Saëns speelde hij in São Paulo in 1899 Saint-Saëns’s Scherzo voor twee piano’s. Zijn composities trokken de aandacht van Europese componisten als Fauré. Arthur Rubinstein noemde hem de Braziliaanse Fauré. Toen Darius Milhaud in 1917 naar Brazilië verhuisde kwam hij in contact met Oswald, die toen 65 jaar was. Hij waardeerde diens composities, maar hij was zelf duidelijk op zoek naar nieuw materiaal dat afweek van het Europese repertoire. Hij betreurde het ook dat het werk van de Braziliaanse componisten, zoals Nepomuco en Oswald, een afspiegeling waren van verschillende perioden in de Europese muziek. De klassieke Braziliaanse componist keek in die tijd volgens Milhaud door de bril van Wagner of Saint-Saëns als hij zestig was en van Debussy als hij dertig was.

Er is kritiek op deze visie van Milhaud. Het gaat niet aan te verlangen dat Braziliaanse componisten zich met hun eigen folklore zouden moeten bezig houden terwijl de Europese muziek aan de Europese componisten zou zijn voorbehouden. Bovendien zou met dit standpunt het belang van deze componist in de Braziliaanse muziek worden onderschat. Oswald stond ook niet vijandig tegenover het Braziliaanse mizikale nationalisme. Hij had compositie-leerlingen die daardoor beïnvloed werden. Hij kende de trends in de populaire muziek en was een bewonderaar van Nazareth. Het Braziliaanse idioom is ook niet vreemd aan zijn eigen werk, volgens zijn zoon Carlos.

Mihaud kreeg in ieder geval een aardige tik van de Brazilaanse molen, wat vooral blijkt uit het stuk Saudades do Brazil. Daarover later meer. Het plaatje toont overigens geen tango maar een maxixe. Nazareth vond dat maar een vulgaire dans en sprak daarom liever van Braziliaanse tango.

03 november 2005

Utopia

Opdracht voor Europese cultuurgeschiedenis: verzin een kunstwerk dat in relatie staat tot utopisch denken (het ideaalbeeld van een betere wereld). Het project Nieuw Babylon van Constant is daar zo'n duidelijk voorbeeld van, dat ik dat als onderwerp koos.

Schilder en graficus Constant (1920 – 2005) was mede-oprichter van de Cobra-groep. In 1953 stapte hij uit de beweging. In de jaren vijftig schilderde hij in de schijnbaar naïeve schildertrant, vogels, honden, grimassende duiveltjes of grijnslachende saters. Daarna bouwde hij maquettes voor New Babylon, een utopisch project dat hem een groot deel van de jaren zestig bezighield. Met dit project, dat te zien is in het Gemeentemuseum in Den Haag, trok hij recent een nieuw publiek aan, eerst in Rotterdam in Witte de With en in 2002 op de Dokumenta te Kassel waar hij de oudste deelnemer was en een hele zaal vulde met maquettes en schilderijen.

New Babylon is een utopische visie op de stad en de rol van de bewoners hierin. Bartomeu Marí schrijft in zijn voorwoord in de catalogus bij de tentoonstelling in Witte de With (Mark Wigley, Constant’s New Babylon, The Hyper-Architecture of Desire): ”New Babylon constitutes the last comprehensive formulation of an idea of the new man, or better, of a social space that allows the emergence of an other man, of a new way of living in community, in society.”

In het ideaalbeeld van Constant zou de productie volledig geautomatiseerd zijn. Zonder honger en zonder uitbuiting zou ieder mens zijn creativiteit volledig kunnen ontplooien. In Nieuw Babylon hoeft de mens niet meer te werken, in deze nieuwe maatschappij leiden de bewoners een nomadisch bestaan en kan de mens - in overeenstemming met zijn verlangens - tot zijn recht komen als scheppend wezen; hij wordt een homo ludens. De architectuur van Constant bestaat uit segmenten die zich boven het aardoppervlak bevinden. Het aardoppervlak blijft onbebouwd en is bedoeld voor landbouw, natuur, maar ook voor verkeer en geautomatiseerde productiecentra. Daarboven bevindt zich de leefruimte waar de mens een nomadisch en creatief bestaan leidt.

De vraag is hoezeer het Constant ernst was met dit project. Hij heeft het geen Utopia willen noemen, aldus Bartomeu Marí, omdat het voor hem geen abstract model was. Ik denk dat dat zo is. Het project is ontworpen in een tijd dat er kritiek ontstond op de vernietiging van het milieu en de omgeving door een van techniek/technologie bezeten, kapitalistische maatschappij. Constant was één van de oprichters van de Internationale Situationisten, een kleine groep activisten die zich bezig hield met de stedenbouw. In de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog bepaalden hoogbouw en de auto het stadsbeeld. De Internationale Situationisten beoogden een beheersing van de techniek door de mens (een duidelijke parallel met het nieuwe denken in de Renaissance) wat tot een revolutie zou leiden, tot een opstand van de homo ludens. De Situationisten beperkten zich niet tot het ontwikkelen van ideeën hierover, maar kwamen met een concrete herstructurering van bestaande stedelijke gebieden tot labyrintische 'situaties'.

Hierboven is een voorbeeld uit 1963 te zien hoe zo’n labyrintische situatie op de plattegrond van Amsterdam is geprojecteerd.

Nieuw Babylon wordt de laatste jaren niet slechts als een serie objecten van een kunstenaar gezien maar ook als een verzameling architectonische denkbeelden behandeld, getuige een serie colleges in Groningen in 2002/2003 over architectonische denkbeelden over de Amerikaanse en Europese stad na 1945. Aldus werken utopische denkbeelden door in de werkelijkheid.

01 november 2005

Een dagje Amsterdam

Maandag vroeg in de avond. Ik fiets door Amsterdam Zuid van kantoor naar huis. Bij de Gerrit van der Veenstraat aangekomen ben ik ouders met verklede kinderen en lampions gepasseerd. Het is toch nog geen Sint Maarten? Het blijkt Halloween te zijn. Links zie ik politieauto's en de straat is met linten afgezet. Een beeld dat onmiddelijk aan een liquidatie doet denken. Dat blijkt het ook te zijn. Een ex-advocaat is doodgeschoten. Ik zie niet wat ik later in de krant wel zie: een lijk tussen de vuilniszakken. Op de website van de Volkskrant is zelfs een video te zien, overigens niet van de daad zelf.

Dinsdagmorgen: ik fiets naar college en moet laveren tussen de afzethekken. Er rijdt geen tram. Poetin is gearriveerd. In de Oude Manhuispoort gaat het studentenleven zijn gang. Een sierlijke Saskia Kersenboom, gespecialiseerd in de Indiase tempeldans, zelf danseres, wijdt ons in in de wereld van de performance, op abstracte wijze in Foucaultiaanse termen. Het volgende college mag ik overslaan. Academische vaardigheden als onderzoek en presentatie wordt ik geacht te bezitten. In de middag wordt ons de wereld van Montesquieu en Voltaire ontvouwd. De laatste was regelmatig op de vlucht, niet omdat iemand hem dreigde dood te schieten, maar wel omdat hij zijn kritische geschriften niet overal kon laten verschijnen. Ik fiets weer naar huis. Poetin zal wel in veiligheid zijn. Vanavond wordt de dood van Van Gogh herdacht in de Rode Hoed.

Ik ga de aardappelen opzetten.

30 oktober 2005

Ola Pehrson: Hunt for the Unabomber





Wie herinnert zich nog de Unabomber? Achter die naam gaat schuil de wiskundige Kaczynski die gedurende jaren bombrieven stuurde en daarmee talloze slachtoffers maakte. Hij leefde teruggetrokken als een kluizenaar. Zijn broer herkende uiteindelijk zijn stijl toen een Manifesto werd gepubliceerd. Hij werd opgepakt en veroordeeld. Volgens zijn advocaten en een psychiater leed hij overigens aan paranoïde schizofrenie al werd hij wel toerekeningsvatbaar bevonden. De feiten zijn te vinden op de website http://www.unabombertrial.com/
Ola Pehrson maakte een documentaire waarbij hij gebruikt maakte van kleine maquettes en objecten die hij zelf had vervaardigd. Die objecten werden samen met de DVD op de Istanbul Biennale getoond. Op de foto's zijn te zien: de televisie waarop de DVD wordt gedraaid met een portret, een overzicht van een aantal objecten (met links hetzelfde portret), de maquette van de cel, van een klaslokaaltje
en van een bibliotheek waar hij wel kwam.

28 oktober 2005

Irène Némirovsky


Irène Némirovsky werd in 1929 in Frankrijk met haar eerste roman, David Golder, meteen een bekend schrijfster. Ze was Russisch, ze werd geboren in Kiev in 1903. In de periode van de Russische revolutie week ze uit naar Frankrijk. Ze trouwde en kreeg twee kinderen. Toen de Duitsers Frankrijk binnenvielen, kreeg ze problemen. Als Joodse kon ze niet meer publiceren. In 1942 werd ze weggevoerd. Haar dochters waren onder de hoede van een vriendin, die de kinderen uit handen van de Duitsers wist te houden. Beide ouders werden vermoord in Auschwitz. Oudste dochter Denise heeft een koffertje in veiligheid weten te brengen waarin het laatste manuscript van haar moeder zat. Ze heeft het lang niet kunnen opbrengen om het te lezen, maar op haar 74ste besloot ze dat het gepubliceerd mocht worden. Het is een prachtig boek, dat beschrijft hoe al voordat de Duitsers Parijs binnenvielen, de bewoners in paniek op de vlucht sloegen. Het 2e deel beschrijft de periode van de bezetting. Veel Fransen hadden Duitsers ingekwartierd. In de dagelijkse omgang ontstond soms een vertrouwensband. Het boek verwijst op verschillende manieren naar muziek. Het was de bedoeling dat het uit drie delen zou bestaan, als een symfonie. Net als bij een symfonie is het eerste deel snel, het tweede langzaam. Het tweede deel heet ook Dolce. Muziek speelt een rol in het tweede deel. Die overbrugt de taalbarrière en brengt de Duitse en Franse hoofdpersonen bij elkaar. Je kunt ook zeggen dat het muzikaal geschreven is. Er zit een zeker ritme in de taal en de opbouw van het boek.

27 oktober 2005

Istanbul


Het was Ramadan in Istanbul en daarom was het druk bij de blauwe moskee. Veel hoofddoekjes, maar vooral daar, in de stad veel minder. Het is een levendige stad die modern oogt. Aan de nadere kant is er heel veel kleine handel. Je begrijpt soms niet waar de mensen van leven. Van weinig, zo blijkt wel. Op de Istanbul Biennnale was een film te zien over een schoenmaker en zijn zoon (Murat and Ismael van Mario Rizzi). De film duurde 80 minuten. Normaal ga je dat niet uitzitten op een tentoonstelling, maar we waren zo gefascineerd, dat we hem helemaal hebben gezien. Vader schoenmaker koeieneerde zijn zoon, die bij hem in de zaak werkte, voortdurend waardoor zoon schoenmaker zich een nietsnut voelde en aan de drank raakte. Er zijn mooie conversaties zoals over vrouwen en hun onmisbaarheid, dit naar aanleiding van het feit dat vader die al 9 jaar weduwnaar is wel 100 vuile sokken in huis heeft en tevergeefs geprobeerd heeft die te wassen.

21 oktober 2005

Lundu


Bij wereldmuziek zijn we inmiddels beland bij de Braziliaanse muziek. In 1888 werd in Brazilië de slavernij afgeschaft. Er was een groeiend nationaal bewustzijn met een grote sociale en muzikale dynamiek. De muziek was sterk op Europa gericht, maar de musici kwamen grotendeeld uit de armere zwarte bevolking. De lundu was een populaire muziekvorm onder deze bevolkingsgroep.

20 oktober 2005

William Kentridge



William Kentridge had op de Biennale in Venetië een prachtige zaal waar filmpjes van hem werden vertoond. In één ervan verscheen steeds achter hem een naakte vrouw, maar voor je er erg in had was ze weer weg. Een spookverschijning die Kentridge niet zag, want hij stond er met zijn rug naar toe. Ik heb er lang gestaan om het vast te leggen. Mijn digitale camera heeft even tijd nodig. Steeds was ik te laat. Uiteindelijk is het me gelukt. Nu heb ik een foto met en een foto zonder vrouw. Kost dus moeite een spook vast te leggen, maar het kan.

17 oktober 2005

Bijzondere voorstellingen: Tomoko één op één, Italianen die partituren verwerken als macaroni, schaken tijdens de opera

In het kader van de studie moet ik af en toe een essay schrijven. Onlangs woonde ik een discussie bij over hoe je meer publiek naar concerten van moderne muziek kunt krijgen. Er worden voorstellingen georganiseerd op plekken waar je die normaal niet verwacht zoals in de Turkse baden in Budapest (waar kennelijk ook danspartijen zijn, zodat de jeugd die plek kent) en in een niet conventionele setting, zoals op manier als de oude Grieken dat deden: met eten en drinken. Ik ging op zoek naar voorbeelden nu en in de geschiedenis.
De Volkskrant hielp me een handje. Tomoko Mukaiyama, een fantastische pianiste die het ongewone niet schuwt, gaf een concertserie één op één. Niet een manier om veel publiek te krijgen, maar wel om aandacht te trekken. Roland de Beer ging erheen en schreef het volgende:

Gevangen in een lichtspot staat in het midden één stoel. Een makkelijke stoel, dat wel. Is het vasthouden van een pen gepast? Een voordeel is dat er niet wordt gehoest. Een zaal waar nog ruimte over is, het is geen onbekend verschijnsel. Maar hier voert de pianiste de regie. Het licht verplaatst zich naar het podium. Mukaiyama komt op van de zijkant, buigt en speelt. Duizenden noten, waarvan de eerste binnenvallen als hagelstenen. Ze zijn van Frederic Rzewski: Down by the riverside. …
Naast verbluffing treedt hier iets merkwaardigers op. Afgunst. De wetenschap dat dit ook voor andere solo-luisteraars was. Want Mukaiyama heeft zoiets al eens eerder uitgehaald, in Haarlem, in Tokio. In een lift in Vredenburg. De ervaring van intimiteit is intens, tijdelijk en op een eigenaardige manier vals.
Ik klap. Tomoko buigt en loopt af. Ik klap zodat ze weer op moet komen. Ze komt op. Ik mompel bravo. Mukaiyama buigt.


Op zoek naar eet- en drinkpartijen gecombineerd met muziek kwam ik terecht bij Berlioz. Die beschrijft in Mijn leven 1803 – 1834 de gebruiken in de Italiaanse opera.

Ik trof een zaal vol mensen aan die hardop zaten te praten, met hun rug naar het toneel gekeerd; de zangers evenwel gebaarden en zongen zich om het hardst de longen uit het lijf, dat moest ik tenminste wel aannemen wanneer ik hen met wijdopen mond zag staan, want vanwege het lawaai dat door de toeschouwers werd gemaakt was het onmogelijk een ander geluid te horen dan dat van de Turkse trom. In de loges werd gespeeld, gesoupeerd enzovoort.

Berlioz schrijft deze houding toe aan het feit dat voor de Milanezen muziek betekent een goed gezongen aria, duet of terzet. Alles daarbuiten wekt hun afkeer of laat hen onverschillig. Misschien zijn dat vooroordelen, schrijft hij, en worden die veroorzaakt door het feit dat

… de zwakte van de uitvoerende ensembles, koren of orkesten, hun niet toestaat kennis te maken met de meesterwerken die liggen naast het gebaande pad in de tredmolen waarin zij al zo lang ronddraaien..

Maar misschien kunnen ze de genialiteit van een meesterwerk ook wel niet volgen of hebben ze er geen respect voor:

Muziek is voor de Italianen slechts een sensueel genot, niets anders. Ze hebben voor deze schone uiting van de geest nauwelijks meer respect dan voor de kookkunst. Ze willen partituren waarvan ze meteen, zonder na te denken, zonder er zelfs maar aandacht aan te besteden, de inhoud kunnen verwerken, net als van een bord macaroni.

Le Président De Brosses is beroemd vanwege zijn brieven uit Italië, in de 18e eeuw geschreven. Hij ging naar in Napels gedurende het seizoen iedere avond naar de opera en beschreef hoe dat ging. De theaters gaan open in november (of met Kerst dan wel Driekoningen) en weer dicht op Vastenavond. De rest van het jaar is er geen opera. Zodra de theaters open zijn, verzamelt men zich niet meer bij de prinses Borghese in Casa Bolognetti, maar in het theater. De opera duurt lang, van 8 á 9 uur tot middernacht. Iedereen heeft zijn gehuurde loge. Er zijn vier theaters open dus men heeft vier loges. Je doet er alof je thuis bent. En men gaat bij elkaar op bezoek:

Les dames tiennent, pour ainsi dire, leur conversazione dans leurs loges, óu les spectateurs de leur connaissance vont leur faire de petites visites.

De vraag is hoe de aandacht tussen de gasten en de opera wordt verdeeld. Welnu, het is niet gepast met aandacht te luisteren, behalve als het interessant is.

Le goût qu’ont ces gens-ci, pour le spectacle et la musique, paraît bien plus par leur assistence que par l’attention qu’ils y donnent.

Het is dus gewoon een feestje met levende muziek waar men niet naar luistert. Die muziek is soms ook niet interessant. Er zijn lange recitatieven. De Brosses speelt dan graag schaak. Dat is een uitkomst: het schaakspel helpt hem de recitatieven door en de muziek voorkomt dat hij al te gestaag blijft schaakspelen.

In de Opera Garnier in Parijs zijn en nog loges. Ik woonde vorig jaar een opera bij in zo’n loge op de 3e rij. Een rij is twee stoelen, dus er staan 6 stoelen. Achterin zit je niet best. Nog meer achterin staat een sofa. Halverwege de opera werd een man binnengelaten die slechts die sofa tot zijn beschikking had. Al snel viel hij in slaap. Hij snurkte tot het eind van de opera.

Eten en drinken tijdens de voorstelling lijkt mij de oplossing niet.

09 oktober 2005

Ungleiches Liebespaar


In het kader van de studie-opdracht over Europa en de stier, kwam ik deze afbeelding van Otto Dix tegen.

Volgens de overlevering uit de Griekse mythologie was Europa de dochter van Agenor, de koning van Phoenicie en Telephassa, zuster van Kadmos. Zeus werd verliefd op haar en nam, om in haar nabijheid te komen, de gedaante aan van een witte stier. Op het strand, waar Europa met haar vriendinnen speelde, legde hij zich aan haar voeten. Europa streelde na aanvankelijke aarzeling de stier en ging vervolgens op zijn rug zitten. Daarop rees de stier op en ging met de zich aan het dier vastklampende Europa de zee in. Op Kreta nam Zeus zijn eigen gedaante aan en verwekte bij haar drie zonen waaronder Minos.

Europa en de stier is een veel gebruikt motief in de schilder- en beeldhouwkunst. Er zijn talloze afbeeldingen van. Professor Michael Wintle maakte er een studie van getiteld: Europa and the Bull. Hij deelde de afbeeldingen in in categorieën. Waar zou deze in vallen?

07 oktober 2005

Festival of Holi (Stephen Dean: Pulse)


We blijven nog even bij India. Stephen Dean maakte video's van mensenmassa's in een extatische trance. Bloco gaat over carnaval, Volta over voetbal en Pulse over het Hindu festival of Holy. Dat is een feest waar men verf en pigment naar elkaar gooit. Ik vond er de volgende beschrijving van:

It is spring time in India, flowers and fields are in bloom and the country goes wild with people running on the streets and smearing each other with brightly hued powders and coloured water. This is the festival of Holi, celebrated on the day after the full moon in early March every year.

Originally a festival to celebrate good harvests and fertility of the land, Holi is now a symbolic commemmoration of a legend from Hindu Mythology. The story centres around an arrogant king who resents his son worshipping Lord Vishnu. He attempts to kill his son but fails each time. Finally, the king's sister Holika who is said to be immune to burning, sits with the boy in a huge fire. However, the prince Prahlad emerges unscathed, while his aunt burns to death. Holi commemorates this event from mythology, and huge bonfires are burnt on the eve of Holi as its symbolic representation.

Vikram Seth beschrijft het ook in zijn boek A Suitable Boy (hoofdstuk 2.1.). Maan gaat naar zijn schoonzuster vanwege dit feest. Zijn broer Pran verwelkomt hem. Hij zit onder de gele en lila verf. Later op de avond zal de courtisane Saeeda Bai komen zingen en Maan raakt geheel in haar ban.

05 oktober 2005

Raga for the Rainy Season


Voor je studie moet je af en toe een paper schrijven. In Amsterdam ligt nogal de nadruk op wereldmuziek, vroeger etnomusicologie genoemd. Op het programma staat muziek uit onder meer India, Brazilië, Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Ik ben begonnen aan een veel te moeilijk onderwerp en keer nu terug op mijn schreden om de suggesties van de docent te volgen. Eén daarvan was de Raga Malhar. Het begrip raga (spreek uit 'raag') is afkomstig uit de Indiase muziek. In tegenstelling tot westerse klassieke muziek waarin een muziekuitvoering voor een groot deel vastligt, is Indiase muziek gebaseerd op improvisatie. De raga is het raamwerk, een aantal vaste regels waarbinnen de muzikant improviseert. Ook worden aan ragas bepaalde emoties toegekend. De Raga Mian Malhar is een muzikaal gebed over de melancholie die wordt opgeroepen het wachten terwijl het buiten regent. De Keersmaeker (een Belgische choreografe van moderne dans, één van mijn favorieten, zoniet de grootste) heeft er een ballet op gemaakt. Nieuwsgierig geworden ging op zoek naar geluid. Ik vond de onderstaande bestanden.
http://www.biswabratachakrabarti.com/audio/mian-mallar-vilambit-ek-taal-192.mp3
http://www.biswabratachakrabarti.com/audio/mian-mallar-teen-taal-192.mp3
Hopelijk werkt het. Het is een experiment. Probeer anders de website.

03 oktober 2005

Stuk voor zes handen (Mayke Nas)


Als je gaat studeren, kom je in een nieuwe wereld terecht. Dat is een waarheid als een koe, maar als je een andere studie en een carrière achter de rug hebt, dan is dat wel een heel andere belevenis. Als eerste jaars muziekwetenschapstudent krijg ik niet alleen mails over het onderwijs. Masterclass hier, congres daar. Mijn aandacht trok: als vrijwilliger meehelpen bij de Chamber Music Meeting. Ik heb buitenlandse gasten uitgelegd hoe ze naar het Concertgebouw moeten lopen, op hun koffers gepast, notulen gemaakt bij een expert meeting, en zo kwam ik vandaag in de gloednieuwe Filharmonie in Haarlem waar de Dag van de Kamermuziek was. Een soort groothandelsmarkt voor hedendaagse kamermuziek. Een soort Uitmarkt, maar dan gespecialiseerd en voor professionals. Ik durfde nauwelijks langs de kramen want iedereen dacht dat ik hun ensemble voor mijn zaal kwam boeken. Ik heb geen zaal. Ik ben maar een amateur, een liefhebber. Midden op de dag had ik even tijd de Blauwe zaal in te duiken. Prachtige architectuur. Daar trof ik het ensemble Kaida. Muziek laat zich moeilijk beschrijven, maar ik probeer. Dit was een stuk voor zes handen (drie vrouwen).
Drie vrouwen die ritmisch in hun handen wrijven, vissengeluiden met hun handen maken, koffiemolengeluiden met hun handen maken. Afgezien van het geluid, het was zo gracieus om te zien.
Mayke Nas schreef het stuk en het heet Digit#1b. De dag ging over de vraag hoe publiek naar de kamermuziek te krijgen. Iedereen deed zo zijn best onder het stof van de kamermuziek vandaan te komen. Ik gun ze allemaal volle zalen. Ze verdienen het.

29 september 2005

Vismarkt in Venetië


Als in Frankrijk mannen naar de bakker gaan om een stokbrood te halen, breken ze als ze uit de winkel komen het kapje ervan af en eten dat op. Knapperig en vers. De Fransen houden niet van week brood.

In Venetië had deze man zojuist schelpjes gekocht op de vismarkt vlakbij de Rialtobrug. Hij viste een schelpje uit zijn plastic zak, sloeg het tegen de stenen pilaar stuk en peuzelde het binnenste op. Dat was kennelijk lekker want een tweede schelpje volgde ... het vervolg hebben we niet afgewacht. Het zal wel een lunch zijn geworden van spaghetti al poco vongole.

27 september 2005

Eigen werk


Wachten op de trein die komen gaat uit Rome ...

25 september 2005

Tacita Dean


In Berlijn staat in het oostelijk deel het Palast der Republik. Het is er in de jaren zeventig neergezet en het was het regeringsgebouw van het toenmalig communistisch bewind in Oost Duitsland. Het wordt door velen foeilelijk gevonden en het herinnert aan een foute regering en een verdeeld Duitsland. Daarom wil men het slopen. Maar dat leidt er weer toe dat het gebouw nog eens goed bekeken wordt en weer mooi gevonden. Bovendien moet je sommige historische gebouwen wel laten staan. Tacita Dean is door het gebouw gefascineerd omdat dat gelige ramen heeft die de omgeving op een geheimzinnige manier reflecteren. Ze maakte er een film van. Van mij mag het paleis blijven.

Semiha Berksoy


Semiha Berksoy heeft wat Wagner noemde een Gesamtkunstwerk gecreëerd. Ze werd in 1910 in Turkije geboren en overleed in 2004. Ze was opera-zangeres en ze schilderde. Ze maakte kunst van en in haar leven en van haar leven is ook door een andere kunstenaar een kunstwerk ge-maakt. Ze vertelde over haar leven in een uren durende film die Kutlug Ataman over haar maakte. Een excentrieke dame. Haar kamer met een ijzeren ledikant hing vol met eigen werk dat ik van de foto herken want die werken hangen nu deels op de Biennale. Ze werd operazangeres omdat dat een kunst-vorm is die alle kunstsoorten omvat (muziek, beeld, theater). Ze had een hoge sopraanstem die haar geschikt maakte om Wagner te zingen. Ze zong in Berlijn, maar keerde in 1939 naar Turkije terug omdat in Ankara een staatsopera werd geopend. Ze ging met pensioen in 1972, maar bleef met kunst bezig. Haar werk is humoristisch en eigenzinnig.

24 september 2005

14.000 tampons op de Biennale in Venetië


De 51e Biennale werd dit keer door twee dames samengesteld, dat wil zeggen het gedeelte buiten de landenpaviljoens. María de Corral en Rosa Martínez hebben er een mooie evenwichtige tentoonstelling van gemaakt met veel vrouwelijke kunstenaars. Het was niet hip, niet rommelig, niet spierballerig en dat zal wel de reden zijn geweest dat de critici er niet zoveel van moesten hebben. De bijdrage in het Nederlandse paviljoen was beschamend en tenenkrommend (soort Apollolaan gebabbel in slecht Engels). We hebben het niet uitgezeten en we waren niet de enigen die wegliepen. Vrienden die het wel uitzaten hebben zich 45 minuten zitten ergeren.

Nee, dan het Arsenale. Als je binnenkwam hing er meteen al een werk dat alleen door een vrouw kan zijn gemaakt: een kroonluchter gemaakt van 14.000 tampons, met de blauwe touwtjes aan elkaar geknoopt. Van Joana Vasconcelos, een Portugse kunstenares. Het heet A Noiva (de bruid).

11 september 2005

Jun Nguyen-Hatsushiba



Memorial Project Nha Trang:
Towards the Complex - For the Courageous, the Curious, and the Cowards (2001).

In Huis Marseille te Amsterdam: een film van Nguyen-Hatsushiba van een onder water race van riksja's, symbool voor de moeilijke weg die Vietnam heeft af te leggen naar economisch herstel, na een halve eeuw oorlog en politieke onrust, maar ook voor de bootvluchtelingen die trachtten weg te komen.
De muziek is van Nguyen-Hatsushiba en de popmusicus Quoc Bao.