16 mei 2007

Ursonate (Kurt Schwitters)

Mijn laatste college in het tweede jaar ging over de Ursonate van Kurt Schwitters. De Ursonate is geen sonate en feitelijk ook geen muziek, maar een klankgedicht. Het bijzondere is echter dat Schwitters die er van 1921 tot 1931 aan werkte, deze totale onzinklanken in een muzikale vorm zette, te weten die van de sonate. Het is dus een vierdelig stuk (Rondo. Largo. Scherzo. Presto) waarbij de volgorde niet helemaal volgens de regels is want een rondo hoort achteraan.

Het Presto heeft de zogenaamde sonatevorm (nu wordt het even technisch). Dat wil zeggen dat de thema’s worden neergezet (expositie), waarna er mee wordt gevarieerd (doorwerking: in de muziek betekent dat: andere toonsoorten en spanning opbouwen, kort gezegd krijg je het gevoel een eind van huis te zijn) en ten slotte keert het begin weer terug (reprise, spanning opgelost, gevoel van herkenning: we zijn weer thuis). De vraag is: kan met woorden of zinloze klanken ook wat men muziektonen kan. Onze docente vond van niet en gebruikte de Ursonate als kapstok om over muziek te praten. De meeste studenten volgden haar, uit desinteresse of omdat ze het geen kunst vinden. Maar ik genoot en mijn Servische medestudente die naast mij zat, ook.

Het begint zo:
Fümms bö wö tää zää Uu,
pögiff,
kwii Ee.
Daar heb ik niet onmiddellijk associaties bij. Maar bijvoorbeeld dit:
Rum!
RrRrRrRrummpff?
Rum!
RrRrRrRrummpff t?
Rum!
RrRrRrRrRrummpff tll?
Rum!
deed mij denken aan de CD Vengo naar de gelijknamige film waar een nummer op staat waar je alleen maar een startende motor hoort, zo van uche uche rum, maar dan heel ritmisch.
Voor mij is dat muziek.
En dit:
Tuii tuii tuii tuii
Tuii tuii tuii tuii
Tee tee tee tee
Tee tee tee tee

herinnerde mij aan onze reis naar Mexico waar we vanuit ons houten balkon met uitzicht op een dicht tropisch woud iedere namiddag een vogelconcert kregen
Tatta tatta tuiEe tuiiEe
Tatta tatta tuiEe tuiiEe
Tatta tatta tuiEe tuiiEe
Tatta tatta tuiEe tuiiEe

van allemaal verschillende vogels
Pe pe pe pe pe
Pii pii pii pii pii
Poo poo poo poo poooo?

Het gedicht eindigt met het alfabet achterstevoren.
Dat heet in vaktermen kreeftengang (deed Schönberg in die tijd ook):
Zätt üpsiilon iks (emocionado)
Wee fau Uu
Tee äss ärr kuu
Pee Oo änn ämm
Ell kaa Ii haa
Gee äff Ee dee zee beee?
Je moet het wel even hard op lezen, want het is fonetisch Duits. De grap is dat de a niet komt. De tweede keer ook niet, maar de derde keer wel.

Voor wie een stukje wil horen, verwijs ik naar:
http://www.ubu.com/sound/schwitters.html

Er is ook een opname van Jaap Blonk die de sonate uit zijn hoofd heeft geleerd. Ik moet hem ooit op de radio hebben gehoord en was toen al gefascineerd. Een deel is te beluisten via:
http://boeken.vpro.nl/artikelen/17613299/
Dus voor mij is dit Kunst en ook Muziek. Zeker als je Jaap Blonk hoort.