23 juni 2010

Don Chisciotte in Sierra Morena



Deze week sloot ik mijn studie muziekwetenschap af met een cum laude voor de master. Die avond woonden we zeer passend, de opera Don Chisciotte in Sierra Morena van Francesco Bartolomeo Conti af. Deze prachtige opera ging in 1719 tijdens het Carnaval in Wenen in première. In het hier opgenomen fragment gaat Cardenio tekeer tegen Fernando omdat die maar niet kan aanvaarden dat Lucinda (de oorspronkelijke geliefde van Cadenio, maar door Fernando verleid tot een trouwbelofte) hem echt niet wil. Dat Don Quichot waanzinnig is gewoorden door het lezen van teveel boeken, wordt mooi in beeld gebracht in het decor. Dat staat vol romans en de figuren daaruit, zoals Alice in Wonderland, Sherlock Holmes, Kuifje, Roodkapje, lopen regelmatig over het toneel.

In de veronderstelling dat het hier een vergeten opera betreft, zo wordt hij wel gepresenteerd, ging ik uit op onderzoek. In deze opera komt namelijk ook de poppenkastscene voor en ik vroeg me af of Manuel de Falla die gekend heeft. Welnu, de opera komt in negentiende eeuwse handboeken voor. Er was zelfs een affaire over. Zo had Raphael Georg von Kiesewetter (1773-1850) in 1828 of 1829 de opera tijdens een van zijn muzikale soirées laten opvoeren. Het gerucht ging echter dat het werk niet van een oude meester genaamd Francesco Conti was, maar van Kiesewetter zelf. The best part of the joke, schreef een Londense correspondent in Harmonicon (1828 p. 259) is dat sommigen bleven geloven dat Conti toch echt de componist was. Het verhaal stond ook in de Revue Musicale van 24 januari 1829. Dat werd Kiesewetter kennelijk te gortig want die schreef op 10 augustus 1829 een brief aan redacteur Fétis. Voor zulke grappen was hij echt te serieus. Bovendien werd de partituur aan het Keizerlijk Hof bewaard en het duet Va pure in malora was maar liefst in twee versies bewaard gebleven: in een versie voor klavecimbel uitgegeven door Artaria en in een of andere opera buffa van Salieri uit 1790. Aldus Kiesewetter. De opera was niet van Salieri, maar het ging om La pastorella nobile van Pietro Alessandro Guglielmi waarin dezelfde melodie (La Folia) werd gebruikt (vgl het artikel van John Rice over La Folia). In de opera van Conti zit die in het duet tussen de ruziënde Sancio en Maritornes.

06 juni 2010

Rosas The Song

Gisteren opnieuw het dansgezelschap Rosas van De Keersmaeker in het Holland Festival. Het is weer een spel met licht en donker, waarvoor de beeldend kunstenaar Ann Veronica Janssens (net als in Keeping Still) verantwoordelijk is. In deze productie verzorgde Michel François bovendien het decor, bestaande uit transparant ShowTex spiegelfolie, boven- en onderaan bevestigd aan een buis. Tijdens de voorstelling worden de dansers hierin weerspiegeld en zetten zij het folie soms ook in beweging.


De dans is natuurlijk en sierlijk. Een vondst vond ik de ondersteuning in geluid door een vrouw die met een witte schoen op de vloer stampte, of er piepend met haar handen overheen schoof. Ze aapte ook de beweging van de danser na. Spannend werd dat als er een andere danser bijkwam en je jezelf moest dwingen ook daarnaar te kijken. Zo werd het echt contrapuntisch (term uit de muziek die aangeeft dat er meer melodielijnen zijn). Ontroerend was ook de danseres die al zingend danste, met een prachtige stem. De zaal (Muziektheater) was niet helemaal vol, maar de ovatie was er niet minder om.



04 juni 2010

Keeping Still - Anne Teresa de Keersmaeker


Als we de zaal in het transformatorhuis (Westergasfabriek)binnenkomen, hangt er een witte mist. Iedereen gaat zitten en het wordt stikdonker, minuten lang. Dan komt er licht uit een lamp die een bundel naar het publiek toewerpt. Anne Teresa doemt op als een schaduw. Ze danst door de lichtbundel en veroorzaakt nieuwe schaduwen en lichtlijnen. Het doet ons aan de Belgische schilder Léon Spilliaart denken.

De Keersmaekers ballet Keeping still is een spel met licht en geluid. Een kinderstem klinkt uit het duister. Anne Teresa zingt Der Abschied uit Das Lied von der Erde (Mahler). Later mengt ze haar eigen stem met die van Kathleen Ferrier. Het is alsof we door een mist van jaren een kijkje in onze herinnering nemen. Halverwege gaan de luiken open. Het avondlicht komt naar binnen, maar ook de stemmen van buiten. Of afstand, alsof we bezig zijn ons van de mensheid te verwijderen.