11 oktober 2006

Foucault en de taxonomie der dieren van Borges


College wetenschapsfilosofie.
De docente behandelt Foucault, een belangrijke wetenschapsfilosoof voor de geesteswetenschappen.
Foucault introduceerde de term Episteme om parallelle ontwikkelingen in verschillende wetenschappen in een tijdvak te verklaren. Wil er sprake zijn van een Episteme, dan moet er een zekere ordening zijn waar te nemen.

De docente legt aan de hand van een voorbeeld van Foucault zelf uit wat daarmee wordt bedoeld. Dat doet ze wat onhandig, waardoor een student in de zaal zich niet kan inhouden.

Jorge Luis Borges beschrijft in El idioma analítico de John Wilkins een zekere Chinese encyclopedie waarin geschreven staat dat dieren kunnen worden verdeeld in:
a) die de Keizer toebehoren,
b) gebalsemde,
c) tamme,
d) speenvarkens,
e) sirenen,
f) fabeldieren,
g) loslopende honden,
h) die in deze indeling voorkomen,
i) die in het rond slaan als gekken,
j) ontelbare,
k) die met een fijn, kameelharen penseeltje getekend zijn,
l) et caetera,
m) die juist een kruik gebroken hebben,
n) die uit de verte op vliegen lijken.

Voor de liefhebbers volgt hier de tekst in het Spaans: a) pertenecientes al Emperador, b) embalsamados, c) amaestrados, d) lechones, e) sirenas, f) fabulosos, g) perros sueltos, h) incluidos en esta clasificación, i) que se agitan como locos, j) innumerables, k) dibujados con un pincel finísimo de camello, l) etcétera, m) que acaban de romper el jarrón, n) que de lejos parecen moscas.

Foucault geeft in zijn inleiding bij zijn boek Les Mots et les choses aan dat hij deze passage las, in lachen uitbarste en bedacht dat deze tekst de sporen draagt van onze manier van denken, waarmee we de wereld om ons heen in kaart proberen te brengen.

Terug naar de collegezaal. De tekst staat op een sheet en wij lezen mee. De bedoeling is te laten zien dat hier een verzameling begrippen staat zonder enig verband. Onze student, kennelijk zonder gevoel van humor, barst niet in lachten uit. Hij ontploft. Daar heeft hij Foucault niet voor nodig om te zien dat er geen verband in dit rijtje zit. De docente, beduusd, antwoordt dat hij de rest van het college dan maar moet afwachten om te beslissen of hij dat ook allemaal zelf had kunnen bedenken.

Ik zit tussen een generatie studenten waarvan sommigen aardig, nieuwsgierig en intelligent zijn. Maar een deel is zoals deze student: vooringenomen, eigenwijs, niet bereid ook maar een letter meer te lezen dan verplicht. Het meest stoort mij het gebrek aan nieuwsgierigheid.