29 januari 2009

Gerard Souzay-Ravel: Don Quichotte a Dulcinee

De drie liederen Don Quichotte à Dulcinéé worden hier prachtig vertolkt door Gerard Souzay.
Het gaat om de laatste compositie van Ravel, gecomponeerd in de periode 1932-1933. Het was een werk in opdracht voor een film van G.W. Pabst met de Russische bas Fedor Chaliapine in de hoofdrol. Pabst had een aantal componisten uitgenodigd daar muziek voor te schrijven. Ravel was echter niet op tijd klaar en Jacques Ibert kreeg de opdracht.

Het is een cyclus van drie liederen, elk gebouwd op een Spaans dansritme. In Chanson romanesque bezingt Don Quichot zijn liefde voor Dulcinea met een gitaarachtige begeleiding van de piano. In Chanson épique bidt hij Maria en vraagt haar om zegening en bescherming. De piano speelt in de stijl van een kerkorgel met het ritme van een Baskische dans, de zortzico. Het is een sober lied dat met een plechtig Amen eindigt. Dit is de religieuze romantische Don Quichot. Het Chanson à boire vertolkt de komische Don Quichot als een dronken Spaanse dromer die hevig verliefd was op een fantasiefiguur.

De ziekte en het overlijden van Ravel hebben nogal wat pennen in de medische wereld in beweging gebracht.
Op het eind van zijn leven leed Ravel aan een progressieve ziekte van de hersenen die hem het componeren onmogelijk maakte. Hij had geen controle meer over zijn bewegingen, kon niet goed lezen en had spraakproblemen. Mogelijk leed hij daar al aan sinds 1928 en is de ziekte van invloed geweest op zijn composities vanaf die tijd. Van de Bolero wordt wel gezegd dat het het werk is van iemand met Alzheimer, met alle herhalingen. Maar het is onduidelijk aan welke ziekte Ravel precies leed. Bovendien past de Bolero goed in de tijd waarin machines en de industriële samenleving onderwerp waren van werken van kunstenaars zoals de schilder Fernand Leger. In 1932 voltooide Ravel de drie liederen Don Quichotte à Dulcinée. In oktober van dat jaar kreeg hij een auto-ongeluk. Vermoedelijk liep hij daarbij geen hersenschudding op. Hij is niet bewusteloos geweest.Wel ging zijn toestand daarna snel achteruit. In november 1933 dirigeerde hij het Pasdeloup Orchestra in Parijs, maar dat speelde waarschijnlijk meer op eigen kracht dan op aanwijzingen van Ravel. De orkestratie van de liederen is voltooid door zijn leerling Manuel Rosenthal, niet gedicteerd maar onder diens blik. Het merkwaardige was dat Ravel zich niet meer muzikaal kon uitdrukken, maar dat zijn muzikale gedachten er nog wel waren. Hij herkende melodieën, het juiste tempo en de juiste toonhoogte. Hij hoorde ze ook nog in zijn hoofd. Toen het steeds slechter ging liet Ravel zich ten einde raad opereren. Hij overleed 10 dagen daarna, op 28 december 1937. (Bronnen: E. Baeck: ‘Hersenen en muziekperceptie.’ Nederlands Tijdschrift voor Neurologie 2002:145-151. Amaducci e.a.: ‘Maurice Ravel and right-hemisphere musical creativity: influence of disease on his last musical works?’European Journal of Neurology 2002: 75-82.)