

Opera van Hans Werner Henze, bezocht op Eerste Kerstdag







In deel II van Don Quichote komt een krijgstafereel voor, namelijk in de beroemde poppenkast van meester Pedro. Het gaat over de bevrijding van Don Gayferos die door de Moren gevangen werd gehouden. De verteller laat de klokken van de moskeëen beieren. Don Quichote tikt hem op de vingers want dan kan volgens hem niet. De Moren gebruiken geen klokken (campanas) , maar pauken (atabales) en een soort herdersfluiten (dulzainas) die iets hebben van schalmeien (chirimías). De verteller in de poppenkast voert dan een ruiterij op die twee christelijke geliefden achtervolgt met schetterende trompetten, schalmeienspel, galmende pauken en trommen. Of in het Spaans: trompetas, dulzainas, atabales, tambores. Reden genoeg voor Don Quichote om de kast met poppen en al aan gruzelementen te slaan (ten einde de geliefden te hulp te komen natuurlijk).
Toen Cecilio de Roda in 1905 zijn lezing over de muziek in Don Quichote hield, liet hij ook muziek horen zoals die destijds geklonken moet hebben. Dit sprak De Falla die met hem bevriend was, zeer aan en die schreef de muziek bij een marionettenthaterstuk naar de poppenkast van meester Pedro: El Retablo de Maese Pedro . Het werd in 1925 in de New York Town Hall opgevoerd. Willem Mengelberg dirigeerde het orkest en Wanda Landowska speelde clavecimbel.
en moeten zijn geweest. Hier is er eentje gemaakt van een koeiehoorn. Ik heb de volgende redenen. Ten eerste is in het Baskenland de Alboka een blaasinstrument. Ten tweede is er de mogelijke verklaring dat Al Boke of Al Boce staat voor Al Voce. De Spanjaarden spreken de B immers als V uit. Dat betekent dan dat met dit instrument de menselijke stem wordt nage-aapt. Maar ik denk dat de beste verklaring is dat het Al-Booq is geweest en dat schijnt Arabisch voor hoorn te zijn.
Ik ben een zoektocht begonnen naar de muziek in Don Quichote (van Cervantes) en de muziekinstrumenten die worden genoemd. Don Quichote vertelt Sancho Panza over de geneugten van de muziek en noemt een aantal instrumenten. En, zegt hij, als we daar de albogues aan toevoegen hebben we alle herdersinstrumenten gehad.
De tentoonstelling Ode aan Constant in het Haagse Gemeentemuseum gaat morgen open. Constant was dol op honden. Het verhaal gaat dat hij een keer aan de telefoon was in zijn atelier en dat hij zijn hond Tikoes met belangstelling het schilderij op de ezel zag bekijken. Van onder tot boven en weer terug. Gevleid dat zijn hond zijn werk waardeerde ging hij nog eens kijken toen het telefoongesprek was afgelopen. Er bleek een spinnetje aan een draadje te hangen dat de aandacht van de hond had getrokken.



Ieder die wiskunde op school heeft gehad, kent de stelling van Pythagoras: a2 + b2 = c2. Van hem is ook de doctrine van de Harmony of the Spheres ofwel de harmonie van de hemellichamen. Het gaat hier om de getallentheorie en de relatie van muziek tot de cosmos. De theorie heeft een eeuwenlange invloed gehad, eerst als theorie en later als thema. Filosofen, geleerden, dichters en musici hebben zich door Pythagoras laten inspireren.

Het is een heel oud instrument. Het werd al in de tijd van de Tang dynastie (6e - 9e eeuw) bespeeld. China is lang een gesloten land geweest en de gedachten over muziek zijn door nationalistische motieven bepaald geweest. Vanuit de gedachte dat de Chinese muziek een eigen identiteit had, zijn bepaalde gedachten ontwikkeld, bijvoorbeeld ook dat alle muziek pentatonisch zou zijn (vijftonig, als je de zwarte toetsen op de piano aanslaat heb je dat). Chinese muziek heeft echter tal van invloeden ondergaan, bijvoorbeeld uit Centraal Azië. Die invloeden zijn mogelijk deels verloren gegaan, bijvoorbeeld het ritme, omdat dat niet werd opgeschreven. Daarom is het interessant als musici uit China nu weer gaan musiceren met anderen. We hoorden een voorbeeld van een duet van een pipa met een Indiase sitar (nr. 5 op CD 2 van The Voice of the Dragon, de set CD's die bij gelegenheid van het China festival is uitgekomen). Vervolgens werd ons verteld over het graf van de markies Yi of Zeng, die zich liet begraven met een compleet orkest (met muziekinstrumenten), en al zijn concubines en bediendes en orkestleden, ten einde in het hiernamaals verder te kunnen genieten. Tot het instrumentarium behoorde een complete set bronzen klokken. Die waren wel in een andere kamer begraven dan de markies. In zijn slaapkamer nam hij een kleiner ensemble mee dat kennelijk voor dagelijks gebruik was. Een gekke gedachte dat wij ons nu eigenlijk in het hiernamaals bevinden dat de markies zich voorgesteld had. 
Ik ben nog niet zo lang aan het webloggen, maar ik heb inmiddels wel ontdekt dat er een onoverzienbaar aantal buitenlandse muziekweblogs is.

Opdracht voor Europese cultuurgeschiedenis: verzin een kunstwerk dat in relatie staat tot utopisch denken (het ideaalbeeld van een betere wereld). Het project Nieuw Babylon van Constant is daar zo'n duidelijk voorbeeld van, dat ik dat als onderwerp koos.
Maandag vroeg in de avond. Ik fiets door Amsterdam Zuid van kantoor naar huis. Bij de Gerrit van der Veenstraat aangekomen ben ik ouders met verklede kinderen en lampions gepasseerd. Het is toch nog geen Sint Maarten? Het blijkt Halloween te zijn. Links zie ik politieauto's en de straat is met linten afgezet. Een beeld dat onmiddelijk aan een liquidatie doet denken. Dat blijkt het ook te zijn. Een ex-advocaat is doodgeschoten. Ik zie niet wat ik later in de krant wel zie: een lijk tussen de vuilniszakken. Op de website van de Volkskrant is zelfs een video te zien, overigens niet van de daad zelf.



Wie herinnert zich nog de Unabomber? Achter die naam gaat schuil de wiskundige Kaczynski die gedurende jaren bombrieven stuurde en daarmee talloze slachtoffers maakte. Hij leefde teruggetrokken als een kluizenaar. Zijn broer herkende uiteindelijk zijn stijl toen een Manifesto werd gepubliceerd. Hij werd opgepakt en veroordeeld. Volgens zijn advocaten en een psychiater leed hij overigens aan paranoïde schizofrenie al werd hij wel toerekeningsvatbaar bevonden. De feiten zijn te vinden op de website http://www.unabombertrial.com/

Het is een levendige stad die modern oogt. Aan de nadere kant is er heel veel kleine handel. Je begrijpt soms niet waar de mensen van leven. Van weinig, zo blijkt wel. Op de Istanbul Biennnale was een film te zien over een schoenmaker en zijn zoon (Murat and Ismael van Mario Rizzi). De film duurde 80 minuten. Normaal ga je dat niet uitzitten op een tentoonstelling, maar we waren zo gefascineerd, dat we hem helemaal hebben gezien. Vader schoenmaker koeieneerde zijn zoon, die bij hem in de zaak werkte, voortdurend waardoor zoon schoenmaker zich een nietsnut voelde en aan de drank raakte. Er zijn mooie conversaties zoals over vrouwen en hun onmisbaarheid, dit naar aanleiding van het feit dat vader die al 9 jaar weduwnaar is wel 100 vuile sokken in huis heeft en tevergeefs geprobeerd heeft die te wassen.





Voor je studie moet je af en toe een paper schrijven. In Amsterdam ligt nogal de nadruk op wereldmuziek, vroeger etnomusicologie genoemd. Op het programma staat muziek uit onder meer India, Brazilië, Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Ik ben begonnen aan een veel te moeilijk onderwerp en keer nu terug op mijn schreden om de suggesties van de docent te volgen. Eén daarvan was de Raga Malhar. Het begrip raga (spreek uit 'raag') is afkomstig uit de Indiase muziek. In tegenstelling tot westerse klassieke muziek waarin een muziekuitvoering voor een groot deel vastligt, is Indiase muziek gebaseerd op improvisatie. De raga is het raamwerk, een aantal vaste regels waarbinnen de muzikant improviseert. Ook worden aan ragas bepaalde emoties toegekend. De Raga Mian Malhar is een muzikaal gebed over de melancholie die wordt opgeroepen het wachten terwijl het buiten regent. De Keersmaeker (een Belgische choreografe van moderne dans, één van mijn favorieten, zoniet de grootste) heeft er een ballet op gemaakt. Nieuwsgierig geworden ging op zoek naar geluid. Ik vond de onderstaande bestanden.



De 51e Biennale werd dit keer door twee dames samengesteld, dat wil zeggen het gedeelte buiten de landenpaviljoens. María de Corral en Rosa Martínez hebben er een mooie evenwichtige tentoonstelling van gemaakt met veel vrouwelijke kunstenaars. Het was niet hip, niet rommelig, niet spierballerig en dat zal wel de reden zijn geweest dat de critici er niet zoveel van moesten hebben. De bijdrage in het Nederlandse paviljoen was beschamend en tenenkrommend (soort Apollolaan gebabbel in slecht Engels). We hebben het niet uitgezeten en we waren niet de enigen die wegliepen. Vrienden die het wel uitzaten hebben zich 45 minuten zitten ergeren.